Herman Geerdink 1952 - †2006 |
|
De schilder/ graficus Herman Geerdink kreeg zijn opleiding aan de AKI in Enschede en werkte aan de Ateliers 63 in Haarlem. Aanvankelijk vooral lithograaf, schakelde hij over op technieken als de collage, de lijntekening, borduurwerk, sjabloontekening, het schilderen en combinaties hiervan. De grafische technieken zijn nooit helemaal verdwenen uit zijn werk. De laatste jaren houdt hij zich bezig met de hout- en linoleumdruk en combineert deze met het schilderen. Doorgaans werkt hij op grote formaten. Ook de opbouw van het beeld is complex en de harmonie moet met behulp van ordening en herhaling van patronen (decoratie) beheerst worden. In een enkel werk wordt het decoratieve karakter bewust verstoord door een motief centraal op de voorgrond te plaatsen. Als basis gebruikt de kunstenaar in veel gevallen een collage van foto's uit kranten, tijdschriften of reclamefolders. Deze collages worden eerst bewerkt. Eroverheen worden geometrische patronen of rasters aangebracht. Soms volgt dan een derde laag met daarin vaak ook weer een ander motief. De veelheid aan uiteenlopende motieven die door de kunstenaar bijeen gebracht worden, kunnen zowel verheven als banaal zijn. Daarbij lijkt hij door zijn manier van vormgeven het banale te willen verheffen door het aan het verhevene gelijkwaardig te maken. Dat brengt in herinnering dat de Pop Art aan de oorsprong heeft gestaan van zijn kunstenaarschap. Mogelijk wil de kunstenaar Geerdink de banaliteit van het bestaan verzoenen met een hogere, en meer spirituele, werkelijkheid. |
Kunstlijn weekeinde 2000 locatie: ateliers aan de Zijlsingel (Patronaat) |
|
Raymond
Boekelder Hans Bouman Sjoerd Buisman Adam Colton Caroline Curtis Mathilde Cuijpers Frank Daalder Ingrid Dekker |
Koen
Ebeling Koning Vincent Hamel Pieter Kusters Helma Pantus Lon Robbé Lenny Schröder Gé-Karel van der Sterren C. A. Wertheim Louise van Zee |
C.A. Wertheim en Daniel Levi |
|
Tijdens de KUNSTLIJN manifestatie in Haarlem van 2 t/m 4 november
2001, organiseert galerie de KEUKEN weer een bijzondere tentoonstelling.
Deze tijdelijke galerie, die alleen tijdens de KUNSTLIJN aktief is, toont
dit jaar werk van de Amsterdamse kunstenaars C.A. Wertheim en Daniel Levi. Wertheim toont werk op papier en doek en Levi keramische objekten. |
|
Het werk van C.A. Wertheim bestaat voornamelijk uit zelfportretten, gemaakt van diverse materialen in de meest uiteenlopende stijlen. De recente zelfportretten zijn collages op doek gemaakt van etiketten, prijskaartjes, reclamefolders, verpakkingsmateriaal, gebruikte enveloppen en computerprints. In tegenstelling met het oude werk zijn de portretten niet meer natuurgetrouw geschilderd naar bekende en minder bekende werken uit het verleden. Nu zijn het meer een soort levensgrote stripfiguren. Wat is gebleven is een zeer persoonlijk hergebruik van bestaande beelden en materialen. | |
Tot voor kort waren de keramische objecten van de uit Israel afkomstige Daniel Levi sterk beïnvloed door de grillige architectuur en het landschap van Yemen, het geboorteland van zijn ouders. Zijn verblijf op de Antillen in 1999/2000 vormde een nieuwe inspiratiebron. De werken vertolken de stilte van de zeebodem, die verraderlijk en weldadig tegelijkertijd kan zijn. Een synthese van schoonheid, speelsheid en gevaar. Voor de objecten die getoond worden maakt Levi tevens gebruik van papier, lood en glas. |
Tijdens de Kunstlijnmanifestatie, november 2001 te Haarlem, was op de eerste verdieping van de Vleeshal aan de Grote Markt een bijzondere tentoonstelling te zien en te horen. Gedurende de gehele tentoonstelling was een speciaal voor deze gelegenheid geschreven stuk te horen. Daarnaast werd werk getoond worden van verschillende beeldend kunstenaars. Beeldende kunst en muziek waren één geheel en verwezen naar elkaar . De tentoonstelling bestond uit twee lagen.
Huid 1 Wereldpremière van het 'Concert voor Paardenstaart, Ogen en Spier'. Dit concert is speciaal voor deze expositie geschreven door de componist Hans Asselbergs (1953 - 2007) en werd vrijdagavond door hem uitgevoerd. Het stuk was tijdens de tentoonstelling doorlopend te horen en werd op gezette tijden door de componist bewerkt.Huid 2 Werk van de volgende beeldend kunstenaars:Margreet Bouman, Frank van Hemert, Pieter Kusters, Annemarie Nibbering, Ronald Ophuis, Helma Pantus, C. A. Wertheim, Luuk WilmeringZij toonden werk waarbij het lichaam (huid, vlees) een belangrijke plaats inneemt. Schilderijen, werk op papier en fotografie.
samenstelling: Ronald Ruseler
|
||||||||
techniek : diareeks met geluid op DVD
tijdsduur: +/- 41 minuten in een loop
toelichting: De DVD bestaat uit een reeks beelden van hotelkamers in verschillende landen.
De foto’s zijn gemaakt vanaf 1972 tot en met 2007.
De plaats van handeling is een straat in de binnenstad van Haarlem.
Er klinken zomergeluiden op de achtergrond: vogels, klokjes in de verte, passerende auto’s, een brommer,
voorbijgangers en bezoekers aan een eetcafe. De avond valt.
Twee personen maken in hun fantasie een reis om de wereld.
Een archipel is een groep eilanden die schijnbaar overzichtelijk oogt, met op ieder afzonderlijk eiland vaak zeer uiteenlopende eigenheden. De roman van Marcel Proust À la recherche du temps perdu wordt wel omschreven als zo’n archipel. Het is een aaneenschakeling van verhaalreeksen, zonder lineaire ontwikkeling. Feitelijk dwaal je in een associatief schouwspel dat de werkelijkheid lijkt, maar niet is. Het is eerder een gefragmenteerde representatie van een wereld. Beeldende kunst is eveneens een voortdurend veranderende en dynamische ontdekkingstocht van interpretaties. Margreet en ik kregen al vroeg belangstelling voor kunst en toen wij elkaar kort voor onze studie leerden kennen hadden wij reeds werk van andere mensen op onze kamers hangen. In die periode was het voor jonge kunstenaars in Haarlem wel spannend, want Ateliers 63 (nu De Ateliers) was een plek die mensen van buiten de stad aantrok. Wij gingen o.a. om met kunstenaars uit Portugal, wier werk wij later tegenkwamen in het Museu do Centro de Arte Moderna in Lissabon, maar raakten vooral bevriend met kunstenaars uit Twente, die oorspronkelijk van de AKI kwamen. Het was een los- vaste groep die bij elkaar dezelfde mentaliteit, leven en opvattingen over kunst herkende. Soms kopen wij iets als souvenir. De zeefdruk Faceless van Marlène Dumas hebben wij uit Londen, toen wij daar in 1994 waren. Een jaar eerder had Dumas daar een solo-expositie. De prent wordt nòg aangeboden in het ICA, maar nu is de prijs op aanvraag, geloof ik. Onze aanschaf hebben wij in ieder geval zonder opwinding gedaan, want in onze aantekeningen van dat bezoek aan Londen maken wij er in ieder geval geen gewag van. Ook op andere reizen kwamen wij kunst tegen die voor ons een meerwaarde heeft gekregen, omdat het onze fernweh voedt. De Australische Aboriginal kunst past naadloos in de canon van het westers modernisme. Een schilderij dat wij daar kochten van de Australische Barbara Napangarti Reid laat zich moeiteloos combineren , maar blijft wel ijzersterk zichzelf. Er doen zich af en toe ook eigenaardigheden voor. Zo ‘won’ ik enige jaren geleden een handschrift van Gerard Reve. Ook zo’n held. De cabaretier Diederik van Vleuten hield tijdens de opening van een tentoonstelling over het marginale boek een voordracht over zijn Gerard Reve-verzameling. Het publiek werd gevraagd naar de laatste zin uit de roman De Avonden. Ik bleek de snelste met het juiste antwoord en won zogezegd de dichtregel. Nu hangt het ingelijste blad gebroederlijk naast een polaroidportret dat Matroos Vos eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, van Margreet had gemaakt, toen wij hem op tentoonstellingen wel tegenkwamen. Het is een anekdote, maar voor ons is het een vreemd toeval dat Schafthuizen en Reve zo verenigd zijn. Ronald Ruseler |