Jean Brusselmans

Jean Brusselmans – Bonkig tegen de keer in.
Kunstenaars bestuderen vaak illustere voorgangers, die in eerdere tijden de grenzen van de kunst hebben opgezocht. Door hun voorbeelden kunnen die bewonderaars de creatieve ruimte aanscherpen, die anders nooit mogelijk zou zijn geweest.
De Belgische schilder Jean Brusselmans (1884 – 1953) is zo’n kunstenaar die door zijn artistieke koppigheid vooral door collega-kunstenaars werd gewaardeerd. Brusselmans is daarom heel lang een kunstenaar voor kunstenaars geweest vanwege zijn bonkige stijl. Ten onterechte bleef hij uit het zicht van het grote publiek.
Het schilderij als object, het ding
Jean Brusselmans is lange tijd een eenling geweest in Vlaanderen. Tot zijn eigen ongenoegen werd hij voor het gemak geschaard onder de Vlaamse Expressionisten, zoals zijn vriend Rik Wouters of de vlaggendragers Constant Permeke en Gustave De Smet. Hij zag niet zoveel in hun onrustige gevoelsuitingen of weergaven van hevige emoties en verdiepte zich liever in verfbouwsels van lijnen, vlakken, kleuren en patronen. Bij eerste aanschouwing heeft zijn werk weinig souplesse en zijn enorme handtekening die praktisch ieder doek siert, versterkt die afstandelijkheid. Het kunstwerk wordt door die signatuur bijna een object, een ding.
Hernieuwde aandacht
Het Gemeente Museum Den Haag vraagt met een grote retrospectief opnieuw aandacht voor zijn werk. Men kan nu in een omvangrijke expositie kennis nemen van zijn krachtige, eigenzinnige schilderkunst. Zijn werk doet duidelijk niet mee aan het kluitjesvoetbal dat de actualiteit vaak typeert en die weerbarstigheid maakt zijn werk juist zo bijzonder.
Het bevochten doek
Als je door de zalen loopt blijven de doeken, zoals gezegd, aanvankelijk op afstand, maar bij nauwkeurige beschouwing zie je na enige tijd dat er iets fascinerends aan de hand is. Iedere verfstreek vraagt bij Brusselmans aandacht, iedere lijn en ieder vlak krijgt bestaansrecht mits daar een reden toe is. De kijker werkt bij wijze van spreken met de maker mee, door met de ogen de verftoetsen te volgen die op het doek bevochten worden. Daardoor blijf je geen buitenstaander meer, maar voel je het kuchen, puffen en steunen van Brusselmans tijdens zijn zoektocht.
Medeverantwoordelijkheid 
De beschouwer ervaart hoe de schilder direct voor je neus een mislukking probeert te vermijden en door zijn manier van schilderen ontstaat er bij ons bijna een soort medeverantwoordelijkheid. Van ‘mooi’ schilderen is geen sprake en de schilder versluiert zijn bedoelingen nergens, want ‘handig’ gemaakte kunst is er voor Brusselmans niet bij. Dan maar tegen de keer in, zie je hem denken.
De ruis van Brusselmans 
Jean Brusselmans was duidelijk een kunstenaar van zijn tijd. Niettemin werd hij voor schilders die in de 60-er jaren hun vleugels uitsloegen een belangrijk voorbeeld. In het werk van de Nieuwe Figuratie- of de Nieuwe Visieschilders, onder aanvoering van de Vlaamse kunstenaar Roger Raveel, komt het motief met uitgesproken kleurvlakken en het eigengereide verfgebruik ook weer terug. Borstelen, zoals Raveel het noemde. ‘Door het kunstding wil ik de werkelijkheid scherper aanwezig maken’, zei hij over zijn kunst en met die uitspraak stond hij dicht bij zijn voorganger. Ook Roger Raveel bracht de wereld van de schilder terug tot zijn essentie, met de ruis van Brusselmans op de achtergrond.
Als kijken zien wordt
Het ‘kunstding’ terugvinden in het werk van Brusselmans is niet zo moeilijk, want eigenlijk doen de onderwerpen die hij aan de orde stelt er in onze tijd er niet meer zo toe. Of het nu een stilleven, een interieur, een zeegezicht of een landschap is. Zijn schilderijen nemen een standpunt in tussen de werkelijkheid, de maker en de kijker. Als het Kijken Zien wordt neemt de psychologische dimensie het over en dat maakt zijn werk zo interessant voor de huidige tijd.
Schilderkunst voor nu
België is altijd een land van schilders geweest en schilderen wordt er nog steeds volop gedaan, zij het anders dan Brusselmans indertijd. Luc Tuymans en Michaël Borremans zijn momenteel de bekendste vertegenwoordigers, maar ook de hallucinante kunst van Bart Baele mag niet onopgemerkt blijven.
Wat de tentoonstelling in Den Haag vooral duidelijk maakt is dat het werk van Jean Brusselmans jongere generaties kan aansporen om kennis te nemen van dit bewonderenswaardige oeuvre. Zijn schilderkunst heeft ook voor de toekomst haar geldigheid nog lang niet verloren.

Haarlem, maart 2018
Voor Palet Magazine 394-april/mei 2018

Geraadpleegde bronnen;
– Jean Brusselmans, catalogus retrospectieve 2018, Gemeente Museum Den Haag
– Jean Brusselmans, Stedelijk Museum Amsterdam & Van Abbemuseum Eindhoven, 1979
– Raveel, Stedelijk Museum Amsterdam 1974
– Roger Raveel, Frans Halsmuseum Haarlem 1969
– Ronald Ruseler – Palet Magazine No 389 – juni/juli 2017, Zwart als overlevingsstrategie – Over de Belgische kunstenaar Bart Baele