cv werk teksten actueel Scroll straks naar beneden voor de tekst > Daan Roosegaarde: Maakt de wereld beter - 2015
Daan Roosegaarde conquiert l'avenir avec de la techno-poésie-2015Op Steenworp Afstand - 2013 Archipel: De Kunstcollectie van Margreet Bouman en Ronald Ruseler - 2012 Een concert voor Paardenstaart, twee Ogen en een Spier - 2012 Parlons ensemble, interview met Hans van Houwelingen - 2011 La valeur de l’anormalité - dossier Van Gogh, interview met Hans Looijen - 2011 Me protéger de la honte, interview met Cees Krijnen - 2010 L’art de l’intimité, l’intimité comme art - interview met Ger van Elk, 2008 La Ville des Esclaves, interview met Joep van Lieshout - 2008 Et oui elle tourne, interview met John Körmeling - 2008 Documenta 12: Moderniteit?, Leven! en Educatie - 2007 Architecture Liquide, interview met Lars Spuybroek - 2006 Mer en mer .... Zee in zee, water in water - 2006 Stap voor stap en voorzichtig voorwaarts! - Een bezoek aan de 51-ste Biënnale van Venetië, 2005 Schilderen met stenen, houtblokken en zwarte inkt, over Herman Geerdink - 2005 Over het einde van de kunst en de toekomst van de Vishal - 2004 De Esthetica van de Non-Schoonheid, over Gé-Karel van der Sterren - 2004 Op reis naar het einde van de wereld - 1998 In het Frans Halsmuseum - 1996 Interview met Steven Kwint - 1969 Een concert voor paardenstaart, ogen & spier over de soloperformance voor slagwerk van Hans Asselbergs op de tentoonstelling Vleesh-Al Huid, in Museum De Hallen, Haarlem 2001
Ergens in de jaren negentig, van de vorige eeuw, hebben Hans Asselbergs en ik elkaar voor het eerst bewust ontmoet in Amsterdam tijdens de pauze van een Promconcert in Paradiso. Dat is ten minste de herinnering die mij spontaan te binnen schiet. Er hing na die ontmoeting de belofte van een vriendschap in de lucht, die zich niet direct, maar met een omweg ontwikkelde. Wij zijn, kun je zeggen, als een soort spiraalnevel in trage omarming geraakt. Wij mochten elkaar en het klikte tussen ons. Het contact werd vanzelfsprekend, zonder veel plichtplegingen en ik heb nog altijd het gevoel dat wij elkaar verstonden zonder al teveel uitleg. Regelmatig gingen wij naar concerten van eigentijdse muziek, hij als bevlogen componist met ambitieuze plan-nen en ik als gretige, geïnteresseerde buitenstaander. Op de heenweg konden wij ons als jongens verkneukelen op de muziek die komen ging en na afloop liepen wij alles nog eens eventjes kritisch door. Het ging dan niet alleen over de uitvoering of de muziek, maar wij konden ook doorzagen over de authenticiteit, de mentaliteit en de keuze die nodig is om jezelf als kunstenaar overeind te houden en om voort te gaan. Wat drijft een kunstenaar om werk te maken, wat rechtvaardigde ònze kunst? vroegen wij ons dan af. De muziek die wij zojuist gehoord hadden gaf in ieder geval genoeg stof tot debat. Wij bespraken ideeën en projecten die opgezet zouden kunnen worden en in 2001 diende zich daadwerkelijk het plan aan om serieus samen te werken.
In het voorjaar van dat jaar werd ik door de organisatie van De Kunstlijn-Haarlem benaderd met de vraag of ik in de Vleeshal van het Frans Halsmuseum (nu De Hallen) een tentoonstelling wilde samenstellen met als werktitel De Huid. De vraag kwam op het goede moment, want zelf liep ik al een tijdje rond met het idee om een expositie te maken waarin diverse disciplines elkaar zouden overlappen.
Tijdens een verkennende bijeenkomst in het museum werd snel duidelijk dat men alleen zou faciliteren, want er was geen geld en de kennismakingsvergadering was alles aan ondersteuning en geïnvesteerde tijd. Dat gaf mij een vrijbrief om de organisatie en invulling geheel in eigen hand te houden. Pietsjanke Fokkema zou vanuit de Kunstlijnorganisatie assisteren. Kortom. Ik zou te rade gaan bij mijn vrienden en naaste collega's om te zien of wij zonder budget een expositie konden verwezenlijken.
Op mijn vraag aan Hans of hij wat in mijn idee zag kwam een, enigszins gereserveerde, maar positieve reactie. Zijn tegenwerping was dat de onderneming logistiek voor één weekeinde veel te veel voeten in de aarde zou hebben, maar omdat alle andere kunstenaars al hadden toegezegd wilde hij geen nee zeggen en zou de tentoonstelling doorgaan. Ik kon verder met het uitwerken van het concept en Vleesh-Al Huid was nu een kwestie van organiseren geworden.
In november tijdens de opening van De Kunstlijn, werd op de eerste verdieping van de Vleeshal het voor deze gelegenheid geschreven stuk Concert voor Paardenstaart, Ogen & Spier door Hans uitgevoerd. Daarnaast werd werk getoond van verschillende beeldend kunstenaars. Beeldende kunst en muziek verwezen naar elkaar en vormden een totaal.
De tentoonstelling bestond uit twee lagen;
Huid 1 De Wereldpremière van het 'Concert voor Paardenstaart, twee Ogen en een Spier'.
Huid 2 Werk van Margreet Bouman, Frank van Hemert, Pieter Kusters, Annemarie Nibbering, Ronald Ophuis, Helma Pantus, C. A. Wertheim en Luuk Wilmering.
Zij toonden schilderijen, werk op papier en fotografie, waarbij het lichaam centraal stond.
Als onderdeel van de tentoonstelling leek de opstelling van de instrumenten een soort stilleven en zag het er uit alsof de muzikant even pauzeerde. De spier lag op een grijze sokkel en was gewoon een lap vlees op vetvrij slagerspapier, hetgeen de situatie iets absurds gaf, want de zwarte staarten en het biefstukje associeer je niet meteen met muziek. Toen Hans, ter voorbereiding, over de titel en de muziek vertelde kon ik mij bij de paardenstaarten nog wel iets voorstellen, maar ogen.... en een spier? Geen idee... De ogen bleken getekend op de houten knoppen van het slaghout en de spier werd de biefstuk op de sokkel. Na de tentoonstelling waren de staarten volledig uit elkaar geslagen en lag het lapje vlees er beursgeslagen bij.Nu met een gedeelte van de partituur voor de neus valt de speelsheid van het idee op. Quasi nonchalant dansen de notities en schetsjes over het papier. Aanvankelijk had ik de indruk dat het geheel in grote mate geïmproviseerd was, maar zo verzekerde hij, het tegendeel was het geval. Ik heb het stuk die dagen meerdere malen uitgevoerd zien worden en mij viel de constante nauwgezetheid op waarin hij het steeds speelde.
Van de voorstelling bestaat een videoregistratie en wij zien Hans geconcentreerd aan het werk. Hij begint met het ruisen, boven zijn hoofd, van de paardenstaarten, die hij 's morgens bij het slachthuis had opgehaald. Een paukenslag, gevolgd door zacht wrijven met het zwarte haar, brengt het stuk op gang. Al snel is het publiek in stille aandacht. Dansend en springend speelt hij de notities die op de schets getekend staan. De matte klappen op de lapje vlees - de spier - klinken ondermijnend tussen de ritmische patronen van heldere klanken en slagen op de koperen schaaltjes, de kale tikken van de kogelmachine en het andere slagwerk. Het stuk duurt ongeveer tien minuten.
Achteraf gezien is Vleesh-al Huid een enorm succes geweest en Hans besefte gaandeweg het weekeinde hoeveel indruk het werk op het publiek maakte, want in plaats van één voorstelling op de openingsavond werd Paardenstaart een happening met meerdere drukbezochte uitvoeringen. Het werk van de andere kunstenaars was in stille afwachting geweest van zijn muziek en omdat de ontvangst succesvoller was geworden dan hij had voorzien vond hij achteraf dat de presentatie nog voller had gekund met meer visuele elementen, waaronder filmfragmenten. Bovendien was het beeldende werk, volgens hem, zo sterk dat zijn stuk er nog meer betekenis door kreeg. Voor mij was de première een geslaagde schets en opmaat voor een grootsere concertuitvoering in de toekomst.
Het staat niet op de film die ik tot mijn beschikking heb, maar heel typerend is het moment waarop Hans het applaus in ontvangst neemt. Hij eindigt met een buiging en tijdens de encore loopt hij nog even onder de kogelmachine door alsof het een decorstuk is en maakt een vrolijk, typerend Hans-huppeltje voor hij opnieuw buigt. Alle inspanning en plezier van onze samenwerking kwam samen in dat enthousiaste, korte moment van gewichtloosheid.
De Vishal 2012
Dit stuk is verschenen in het boek ' Verdichten,verdunnen - de formules van Hans Asselbergs, 1953-2007' 2012
isbn 978 90 819013 0 7boven