interview met Joep van Lieshout – 2008
Het multidisciplinair kunstbedrijf Atelier Van Lieshout is in 1995 opgericht door de kunstenaar Joep van Lieshout. Het Atelier bevindt zich in Rotterdam. Geen verkeerde plek, want Rotterdam is een ’werkstad’ in klassieke zin en heeft een grote internationale oriëntatie. Dat is ook het kenmerk van AVL, want Van Lieshout is een begrip geworden in de internationale kunstwereld. Het atelier ontwerpt en produceert kunstobjecten, architectuur en toegepaste kunst.
Het werk is steevast bijzonder en bevat altijd meerdere lagen. Zo op het oog zien de werken er toegankelijk en aantrekkelijk uit. Toch blijf je altijd met verbazing naar kijken. Een beetje zoals de onderzoeker die snuffelt aan iets onbekends.
Sta je langer bij het werk stil, dan kom je tot de conclusie dat wat wij zien verder gaat dan kijkplezier. Van Lieshout snijdt thema’s aan die ons, in zekere zin, allemaal bezig houden. De natuur als levensvoorwaarde, het gebruik ( of misbruik zo je wilt) van grondstoffen, de milieuproblematiek die dat met zich meebrengt, de overbevolking, de mogelijkheden van de nieuwe technologie en de consequentie die dat heeft voor mens en samenleving.
Bekend zijn de ‘Mobile Homes’. Multifunctionele units die het mogelijk maken om te overleven door zelfredzaamheid. Wagens die het individu de absolute vrijheid verschaffen om zich, waar dan ook en onder alle omstandigheden, te handhaven. De trucks waar ze op staan worden efficiënt hergebruikt en verder is alles door het Atelier Van Lieshout zelf gemaakt. Van ophangsysteem tot interieur. Van keuken tot relaxruimte.
In Rabastens, Frankrijk, werd in 1998 door de burgemeester een expositie geopend en al snel na de opening weer gesloten. De zelfredzaamheid werd er benadrukt door illegaal te stoken en een echte voorraad wapenen aan te leggen om de plek te verdedigen. Ook de omgebouwde Mercedes met 57mm kanon werd als subversief beschouwd. De jeugd zou maar eens op verkeerde gedachten kunnen komen vond de brave man. Provocatie geslaagd en expositie ten einde.
Ziet u Atelier Van Lieshout als een echt bedrijf?
Alle grote meesters, zoals Rembrandt, hadden vroeger een atelier dat voor hen werkte. Het is niet zo dat een kunstenaar altijd alleen werkt, dat is iets van de laatste honderd jaar en eind 19e eeuw begonnen. Voor die tijd werkten kunstenaars aan grote opdrachten, waarbij allerlei ambachtelijkheden te pas kwamen en nu is dat opnieuw normaal. Atelier Van Lieshout staat wat dat betreft midden in de maatschappij en maakt daar een normaal onderdeel van uit.
Uw laatste grote project is ‘SlaveCity’. Wat is ‘SlaveCity’ ?
SlaveCity is een wat sinister utopisch project. De stad is rationeel en praktisch georganiseerd. Het is een hedendaags concentratiekamp waarin de bewoners zeven uur per dag in een CallCenter werken en men zich bezig houdt met telefonische diensten, zoals klantenservice, telemarketing, ICT en computerprogrammering. Daarnaast wordt er zeven uur gewerkt om de stad te onderhouden, want de stad is een ‘groene’ stad waar zorgvuldig wordt omgegaan met de schaarse, natuurlijke hulpbronnen.
Een milieuvriendelijke stad dus?
Ja. SlaveCity is de eerste stad ter wereld waar uiterst zorgvuldig met brandstoffen en elektriciteit wordt omgesprongen. Alles staat op zichzelf. De stad is volledig zelfvoorzienend. De energievoorziening wordt verkregen door het gebruik van bio-energie, zonne- en windenergie of biogas.
Geldt dit ook voor de Slave University?
De Slave University is het wetenschappelijk centrum van SlaveCity. Het bestaat uit 12 gestapelde gehoorzalen en het complex wordt omgeven door heuvels, een natuurlijke omgeving. Er is een Universiteit voor mannen en één voor vrouwen. Zij krijgen les van professoren, die als enigen betaald worden.
Moeten wij in Slave University een schrikbeeld zien?
Een van de dingen die in het idee meespelen is mentaliteit. Wat is goed en wat is slecht. Mijn werk gaat in aanzet over schijnheiligheid.
Neem bijvoorbeeld de overbevolking die er in de wereld is of de roofbouw op de grondstoffen die er zijn. Je hoeft geen profeet te zijn om te zien dat het in de wereld echt een keertje fout gaat in de nabije toekomst. Dat zijn zaken die onze aandacht vragen en waar ik over nadenk. Ik werk die denkbeelden in mijn projecten uit en maak ze zichtbaar.
U benadrukt in uw werk zaken als efficiency en nieuwe technologie. Moeten wij daar een zeker optimisme in zien?
Ach.. het is ook om het allemaal acceptabel te maken voor de ‘bevolking’ om het zomaar te zeggen. SlaveCity is een blauwdruk en toont de duistere kant van de samenleving. Het maakt duidelijk wat goed is voor de wereld en wat niet. Het is aan de mensen zèlf om te bepalen wat dat inhoudt.
Bij SlaveCity moet men onwillekeurig aan landen denken die voor materiele welvaart kiezen, in ruil voor vrijheid, zoals in China…
Ik denk eerlijk gezegd dat de dictatuur, in de toekomst, de enige vorm zal zijn die onze wereld overleeft. Het kapitalisme gaat het niet redden. Dat zegt … Gebruik maar. Gebruik maar! Fok maar. Fok maar! Hoe meer kinderen hoe meer klanten en zo verder. Begrijp me goed in China zijn zeer veel misstanden die ik absoluut niet goedkeur, maar de één-kind-politiek, waarbij het eerste kind gratis is en je voor de rest belasting moet betalen, vind ik heel verstandig. Dat is een economische en efficiënte oplossing. Ik ben dus meer voor China oude stijl, hoeveel fouten er ook gemaakt zijn, dan voor China nieuwe stijl. China is meer aan het veranderen in een kapitalistische maatschappij en daarvan denk ik dat dit niet goed is. Maar goed. Dit soort dingen zal best meespelen in mijn werk, alleen is het slechts ten dele het geval. Kortom. Er wordt teveel in hokjes gedacht. Over het algemeen is men bang om er afwijkende gedachtes op na te houden. Het zijn wel zaken waar ik over nadenk.
Bent u een romantisch kunstenaar of werkt u meer conceptueel?
Dan ben ik eerder een romantisch utopist.