Alexander Reeuwijk: kunst en reizen

 Dames en heren,

Mijn naam is Alexander Reeuwijk, ik ben schrijver en reiziger en het is mij een genoegen om vandaag hier voor u te mogen spreken over twee onderwerpen die me zeer dierbaar zijn: reizen en kunst. Daarvoor wil ik Willemijn Faber heel hartelijk danken.

Ongeveer een jaar geleden kreeg ik van de Universiteit Leiden de opdracht om een boek samen te stellen over de collecties van de Asian Library, een bibliotheek die – zoals de naam al doet vermoeden – volledig gewijd is aan de studie van Azië. De bibliotheek wordt gevormd door het samenvoegen van verschillende deelcollecties, waaronder die van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, die enige jaren geleden is ontmanteld. Ja, de overheid gaat niet al te secuur om met ons koloniale verleden… Terwijl ik me de boeken en objecten eigen probeerde te maken, stuitte ik op een indrukwekkende litho, groot, donker gekleurd en met veel actie. Tijgers, luipaarden en runderen rennen en rollen met grote angstogen en grimmige blikken in de richting van een klif, op de vlucht voor een grote bosbrand. De palmen wuiven door de hitte, het vuur grijpt om zich heen en de dieren zijn ten dode opgeschreven. Het tropische tafereel is onmiskenbaar gesitueerd in Indonesië en lijkt vervaardigd door een klassieke negentiende-eeuwse oriëntalistische kunstenaar, die het leven in de tropische kolonie weer probeerde te geven: woest en ongerept, gevaarlijk en onaangepast.
Toch is de kunstenaar geen klassieke oriëntalist. De litho is gemaakt rond 1875 door Raden Saleh, een Indonesische kunstenaar. Hij vervaardigde het werk echter in Nederland, waar hij werd opgeleid door de schilders Kruseman en Schelfhout. Kortom, een Indonesiër, die in het land van de kolonisator kijkt naar zijn eigen, gekoloniseerde land, bijna met de ogen van de kolonisator. We kijken met de kunstenaar de wereld in, door zijn ogen, uiteraard met allerhande filters, met politieke, maatschappelijke, esthetische en historische bagage en de tijdsgeest.

Het originele werk waarop de litho is gebaseerd was trouwens recent uitgebreid in het nieuws. Het schilderij bevond zich namelijk in de koninklijke collectie… Totdat bleek dat de familie het – zonder medeweten van de staat – van de hand had gedaan. Nu hangt het – gerestaureerd en wel – in het National Museum in Singapore. Ja… de koninklijke familie gaat niet erg goed om met het koloniale verleden… en de kunstschatten.

Enfin

In de tijd dat Raden Saleh zijn werken maakten, reisden er meer kunstenaars de wereld over. Marius Bauer vervaardigde een groot aantal etsen geïnspireerd op zijn reizen, Alexandrine Tinne fotografeerde in de Sahara en tal van schrijvers beschreven hun ontdekkingstochten. Zij tilden het gordijn op en toonden de wereld. En dat is niet nieuw. Volgens de Britse auteur Bruce Chatwin is reisliteratuur het oudste literaire genre – en ik denk dat hij daar gelijk in had.

Ook vanuit overheidswegen kreeg het volk toegang tot de buitenwereld. In de negentiende eeuw ontstonden de grote etnografische collecties, waaronder de collectie van Artis en die van het Haarlemse Koloniaal Museum, dat hier in Paviljoen Welgelegen was gehuisvest. De doelstelling van het Koloniaal Museum was klassiek: het tonen van de rijkdommen uit de koloniën, zoals dat in die tijd in heel Europa gebeurde.
Inmiddels is de focus verschoven. Toen ik jong was, in de jaren tachtig, was de museale opdracht om te tonen hoe men in de niet westerse wereld leefde. Zo doolde ik in het Tropenmuseum eindeloos door Surinaamse dorpjes, bezocht ik een Arabische kasbah en zat ik urenlang in een autoriksja uit India. Op het filmscherm dat half rond de riksja was gedrapeerd werd een film van een straat geprojecteerd. Misschien is daar al het zaadje gepland voor mijn diepe liefde voor India.

Maar ook deze fase is voorbij. Daar is veel voor te zeggen, al verlang ik er nog wel eens naar terug. De huidige trend is om objecten bijna los te zingen van hun context. In het Musée du Quai Branly, het redelijk recent geopende volkenkundig museum in Parijs en het ultieme voorbeeld van deze nieuwe tendens, zag ik de mooiste maskers uit de Malinese Dogon regio, tentoongesteld als kunstwerken, geïsoleerd en voorbeeldig uitgelicht als een juweel. Terwijl de maskers pas echt een verdieping, een ziel krijgen als ze gebruikt worden tijdens rituele dansen. En ik toch doe ik het zelf soms ook… In het Nationaal Museum in de Zuid-Indiase stad Chennai bekeek ik, samen met de conservator, de bronzen beelden uit de Chola periode. Door het gebruik van een bepaald soort klei en door een verfijning van de techniek werden in die periode, van 900 tot 1100 na Christus, de mooiste beelden van Indiase goden als Shiva, Parvati en Ganesh gemaakt. Toen ik de conservator vertelde dat ik de beelden zo mooi vond, zei hij dat ik er op esthetische wijze naar kan en mag kijken, maar dat het beeld voor de Indiërs zelf nooit los kan worden gezien van de goden die ze representeren. Ook hier gaat het weer om de filters die je, vanuit al je achtergronden, op het werk projecteert.

Roos Holleman

Dat is wat me zo aanspreekt in het werk van Roos Holleman, dat hier vandaag is te zien. (Ik noem hier slechts één kunstenaar, uiteraard zonder de anderen tekort te willen doen. Maar, in dit geval heeft het te maken met het feit dat er bij mij thuis van haar een prachtig werk van een paradijsvogel hangt. Maar waar kijk ik naar, als ik naar de rode, gele en blauwe vormen kijk? Kijk ik naar een Wilsons paradijsvogel – zoals het beestje heet -, kijk ik naar een balg van een paradijsvogel, of kijk ik naar wat Roos zag toen ze de huid van het dier zag liggen in een museum? U zult haar vogels en maskers straks in de ruimte zien hangen.

En dat is eigenlijk de leidraad bij alle kunstenaars die hier exposeren. Of het nu gaat om de wonderlijke beelden van Indonesische jongeren in Nederlandse koloniale kleding op de foto’s van Anouk Steketee, de fetish-achtige beelden van Paul Bogaers, de reisverhalen van Ronald Ruseler of de verslagen van de imaginaire reizen van Jasper de Beijer (want wat is er mooier dan reizen door alle uithoeken van je eigen fantasie, de spelonken van je geest.).

Wat voor het kijken naar kunst geldt, geldt ook voor het reizen zelf. Door te reizen vergroot u uw wereld. U voegt steden, rivieren, gebergten en zeeën toe aan uw geografisch geheugen. Maar dat niet alleen. Sterker nog, dat is het minst interessante aspect van reizen. Het belangrijkste is namelijk dat u ontmoetingen, inzichten en ervaringen toevoegt. Dat is volgens mij de ware essentie van het reizen. Het verrijkt uw persoonlijk leven en u kunt er de wereld om u heen een beetje beter door begrijpen. Een wereld waarin we steeds meer naar binnen gericht raken, waarin muren worden gebouwd, angst voor de ander en het vreemde wordt gecultiveerd en iedere zelfreflectie lijkt te ontbreken. Daarom zijn kunst en reizen – in mijn ogen – onontbeerlijk. Kunstenaars houden de beschouwer een spiegel voor. Zodra je in contact komt met andere culturen stel je jezelf vragen. Wie ben ik? Waar sta ik in de wereld? En van welke werelden maak ik een onderdeel uit? Waarom doe ik de dingen die ik doe?

Daarom wil ik dit verhaal afsluiten met twee adviezen: Allereerst: omring u met goede kunst. De Amerikaanse schrijfster Gertrude Stein zei het al tegen Ernest Hemingway: ‘Om de wereld te begrijpen, moet je kunst verzamelen, van hedendaagse kunstenaars.’ Ik zou zeggen doe er uw voordeel mee… Want als Gertrude Stein het zegt…

Daarnaast beveel ik u vooral aan om zelf te gaan reizen, lang en veel. Neem de tijd om te zitten, te kijken, te praten, te mijmeren, je te vervelen en te verdwalen. Ja vooral te verdwalen. Als ik de weg niet meer ken, als ik geen houvast meer heb, ben ik kwetsbaar en naakt. Pas dan kan ik een poging doen om dichter bij mezelf komen en sta ik open voor echt contact. Ik raad u van harte aan het eens te proberen. En mocht u daar de tijd niet voor hebben (of het eng vinden…), laat het dan vooral voor u doen. Laat de auteurs verhalen, gedichten en boeken schrijven, luister naar muziek en laat u inspireren door kunstenaars, die u hun visie op de wereld tonen. Te beginnen met de kunstenaars die hier vandaag aanwezig zijn, in het oude Koloniaal Museum, tijdens de tentoonstelling “Beyond the Horizon”. Zing uzelf los van de waan van de dag, neem uw tijd en probeer te verdwalen in hun werken.

Uitgesproken op 20 januari 2017