Gijs Assmann

Op zoek naar de waarheid

Converserend lopen Plato en Aristoteles op het fresco van de beroemde renaissanceschilder Rafael door het schip van de Sint-Pieter te Rome. De basiliek is nog in aanbouw. Dat is te zien aan de blauwe lucht achter in de kerk, want het dak zit er nog niet op. Rafael heeft de voorstelling, rond 1510, geschilderd voor de privévertrekken van paus Julius II. Het stelt de filosofenschool voor van het klassieke Athene, waar de wijsgeren bijeen zijn op hun zoektocht naar de Waarheid. Het is in vele opzichten een symbolische voorstelling geworden, de kerk die opnieuw in de steigers staat en belangrijker nog de filosofische vragen die gesteld kunnen worden over de geestelijke ruimte die de mens is toebedeeld. Plato, die veel gelijkenis met Leonardo da Vinci vertoont, wijst omhoog naar de spirituele wereld en Aristoteles gebaart al pratend naar de aardse werkelijkheid. 

Aristoteles en Phyllis, Franco Estius, 1588 – 1592 | Phyllis, van haar kleding ontdaan, berijdt Aristoteles.

Strijd tussen verstand en zinnelijke liefde
Gijs Assmann komt over Aristoteles te spreken vanwege de gouache/collage Paar uit 1998. Op die voorstelling wordt in een diepgeel, kalig landschap een man op handen en voeten, gedomineerd door een vrouwenfiguur.
Het thema, een vrouw die een man berijdt, gaat terug tot de 13e eeuw en duikt met een zekere regelmaat op in het werk van Assmann. Phyllis die bovenop Aristoteles zit, is het verhaal over Aristoteles die zijn smoorverliefde leerling Alexander de Grote er op wijst dat hij meer aandacht aan het geloof zou moeten besteden. Daarom kan hij zijn intimiteiten met Phyllis maar beter op een laag pitje zetten. De verontruste beminde vrouw verleidt de oude man echter en krijgt hem zo gek dat zij op zijn rug plaats mag nemen. In verlegenheid gebracht roept de wijsgeer tegen de gewaarschuwde Alexander dat wanneer zelfs een oude man zich door haar schoonheid het hoofd op hol kan laten brengen de jongeman helemaal op moet passen en een wijze les moet trekken uit deze genante situatie. Doordat Aristoteles zich er met dit handige retorische trucje uitkletst wordt hij niet door Alexander gedood. Het is een sindsdien graag uitgebeelde metafoor over de strijd tussen de rede en de zinnelijke liefde.

Paar – 1998 | Archipel Collectie.

Beeldgenerator
‘In die tekening komen een paar uitgangspunten aan de orde die belangrijk voor mij zijn, want ten eerste wil ik er in mijn werk van getuigen onderdeel te zijn van een eeuwenoude traditie in de zoektocht naar de Waarheid en ten tweede wil ik mij verhouden met klassieke motieven uit de beeldende kunst zoals het ruiterstandbeeld of het portret. Ik geloof niet zo in de achterhaalde gedachte dat geniale kunstwerken zonder enige context of referentie zomaar regelrecht uit de hemel komen vallen. Ik ga liever van een ander standpunt uit en zie mijzelf niet als een ideologische ideeëngenerator, maar als een beeldgenerator. In die verworven vrijheid kun je als kunstenaar veel beter nadenken over de vorm waarin je jezelf uitdrukt’, vertelt Assmann. Het gebruik van de collagetechniek was voor hem in dat opzicht een belangrijke artistieke stap:’  het stelt mij in staat associatief ruimte te scheppen. Daar kan ik die verstandelijkheid en het aardse, zinnelijke in kwijt. Zo maak ik het persoonlijk en door de erotiek breng je het dichterbij de mens. Maar het gáát ook ergens over, want de figuren in deze tekening staan voor wereldbeelden. Je vraagt je af wie hier eigenlijk de touwtjes in handen heeft. Regeert het verstand of regeert het gevoel?’

De kunstenaar of het beeld?
Waar hij verlangt bij het maken van kunst? ‘Ik zou wensen dat mijn werk zich vooral direct en concreet verhoudt tot het leven zelf. Daar verlang ik naar bij het maken van kunst’, aldus Assmann, ‘In dat spanningsveld valt heel veel te ontdekken’.
Kunst die uniek zou moeten zijn heeft hij altijd problematisch gevonden, kunst die iets toe zou moeten voegen aan de geschiedenis van de kunst of niet op andere kunst mag lijken eveneens. Vreemd genoeg neigt die gedachte, volgens hem, naar kunstinteelt en wordt zielloos, slap, rigide.

Bezweringsritueel
Sinds hun kennismaking, stuurt hij iedere dag een collage naar zijn vrouw. Het is een artistiek bezweringsritueel geworden waarin hij angsten, sjablonen en oordelen over de liefde en relaties probeert te doorgronden. Hij bladert door het recente boek For H met meer dan driehonderd van die collages.

Altäglichkeit (IV)

Hopla II

 

 

 

 

 

 

 

Zijn vrouw Hester maakte in 2018 de selectie uit die enorme collectie voor een tentoonstelling.
‘De liefde is een abstract begrip, maar voor iedereen ook heel dichtbij, zoals bij mij de liefde voor mijn vrouw. Belangrijke abstracte filosofische begrippen hebben in het dagelijks leven een praktische vorm en daar probeer ik in mijn werk mee te beginnen. In het kleine en alledaagse tonen zich de grote tijdloze thema’s van het leven. Mijn eigen ervaring dirigeert zodoende de vragen die ik stel over onze wereld, zoals zorg voor je naaste, hoe leef je, welke verlangens koester je, wat is goed en wat is kwaad, waar put je hoop uit en hoe ga je om met de angst voor de dood. Niet alleen ik, maar iedereen worstelt hier mee.’

Vanitas (voor Karel)

 

Uitgangspunten
‘Hoe vreemd het ook klinkt …. veel van mijn ruimtelijke werken zijn voor mij portretten. Ze ogen als een stilleven vanwege de losse onderdelen waaruit ik ze opbouw, maar voor mij zijn het portretten. Ik wil karakters vangen en er een sfeer mee oproepen. Mijn uitgangspunt is dus opnieuw een klassiek, academisch motief van het portret en het stilleven, maar dan tot een geloofwaardig, nieuw beeld gemodelleerd. Je kunt mijn beelden lezen als de beelden en versieringen op middeleeuwse kerken, zoals bij de Notre Dame in Parijs bijvoorbeeld. Daar werden staande, devote heiligenbeelden in samenhang geplaatst met aan hun voet drakerige waterspuwers, die angstwekkend hoog boven de grond hangen. Verticaal en horizontaal, spiritueel en aards, helder en onhelder. In dàt contrast functioneert mijn werk.’

Koevoet die zekerheden openbreekt
Daar komt bij dat Gijs Assmann zich niet bij neerlegt bij een te gepolijste kunstopvatting, want daar gelooft hij niet in. Men stelt hem weleens de vraag hoe het komt dat kunstenaars zo’n obsessieve belangstelling hebben voor alles dat lelijk, vies, ongemakkelijk en raar is. Het leven kan toch ook gewoon mooi zijn? Dan echter borrelt bij hem de basale gedachte op dat er in zijn kunst wel degelijk iets op het spel staat. Daarom heeft hij eerder behoefte aan een grillige, ongerijmde, onacceptabele verschijningsvorm. Dreigend onheil is voor hem de drijfveer om anders naar de dingen te blijven kijken. Daar wordt je vanzelf, door omstandigheden, toe gedwongen; een ernstige ziekte die je moet zien te overwinnen of andere tegenslagen. 

Assmann: ‘Ik heb het gevoel dat er iets in mijn werk is gaan kantelen, want in het maken van de collages van For H heb ik mij ongekende vrijheden gepermitteerd. Op het atelier was ik daar te terughoudend in. Van die ongegeneerde gekte gaat natuurlijk ook het verlangen uit naar het sublieme. Tegelijkertijd is dit verlangen een koevoet die allerlei zekerheden openbreekt en daarmee de twijfel wekt die alles laat wankelen’.

Ronald Ruseler, augustus 2019

Geschreven voor Palet Magazine okt/nov 2019
Geraadpleegde bronnen: 

  • – Ateliergesprek met Gijs Assmann op 7 augustus 2019. 
  • – For H | Gijs Assmann, Art Paper Editions – 2019 
  • – Motivatie Gijs Assmann – Stedelijk Museum Schiedam
  • – The Curious History of Phyllis on Aristotle  | Darin Hayton – february 19, 2016
  • – History of Art – H.W. Janson, 1962