Met andere ogen – Over het werk van John Körmeling

Op een andere manier naar hetzelfde kijken
Over het werk van John Körmeling

lacittaideale
Het schilderij Città Ideale van Piero della Francesca biedt uitzicht op een groot, leeg en geordend plein. Stilte en rust heerst in schematische orde. De opzet is symmetrisch. Een ronde tempel, die doet denken aan het Tempieto van Bramante in Rome, domineert de compositie. Het schilderij nodigt uit om in stille verwondering op het plein rond te lopen. Er lijkt niets aan de hand. Ver van chaos en ordeloosheid biedt het tafereel een harmonieuze aanblik.
In 2010 bouwt John Körmeling het Nederlandse paviljoen ‘Happy Street’ op de wereldtentoonstelling van Sjanghai in China. Een achtbaan in de vorm van een snelweg met aan weerskanten huizen in diverse stijlen. ‘Happy Street’ is net zo’n ideale stad als de Città Ideale van Piero della Francesca, alleen ben je nu op de kermis beland. Geen stil en verlaten plein, maar stadsgewoel. ‘Happy Street’ geeft de straat haar traditionele functie van sociale en economische ontmoetingsplek terug.

John Körmeling (1951) is opgeleid als architect. In Nederland staat hij bekend als een tegendraads en eigenzinnig beeldend kunstenaar. Hij is zo’n beetje de lastpak en speelse criticaster van architectonisch en planologisch Nederland. Onorthodoxe ideeën en ongebruikelijke invallen typeren zijn werk. Illustratief is zijn ‘Drive in Wheel’. ‘Met je eigen auto in het reuzenrad’, is het motto van een kermisattractie, die de bezoekers een prachtig uitzicht biedt over de stad. Men hoeft er de auto niet voor uit. Het is een glashelder commentaar op de achteroverleunende dagjesmens. In de terminal van Schiphol, kennen alle reizigers zijn kroonluchter ‘Hi Hi, Ha Ha’. Zelfs bij de reiziger met vliegangst brengt het werk onwillekeurig een glimlach teweeg. Humor en ironie zijn belangrijke kenmerken in zijn werk. Ironie die vaak wordt ingegeven door de stroperigheid van de ambtelijke molens met hun ingewikkelde oplossingen voor simpele problemen.

JohnK-4xfoto

Planalogische mogelijkheden
‘In de Nederlandse steden wordt de verkeerschaos door onszelf veroorzaakt.’Er is ruimte genoeg, alleen denken beleidsmakers te romantisch over drukte. Als het ergens druk is, dan tel je bij ons pas mee, vinden ze. Wonen in buitenwijken bij de grote stad lijkt een oplossing, maar veroorzaakt eindeloze opstoppingen. Toevoerwegen worden twee keer per dag even gebruikt, maar de snelwegen gebruiken wij de hele dag door. Alles wordt de snelwegen opgeduwd. De kleine weg of de Route Nationale zoals in Frankrijk is bij ons helemaal verdwenen. Mijn oplossing is heel voor de hand liggend door het wonen aan de weg te optimaliseren. Wanneer snelwegen vergroot en verbreed worden dan kan vervolgens parallel aan het snelverkeer het langzame verkeer toegevoegd worden. Verkeer dat afneemt in snelheid en daarna tot stilstand komt verrijkt onze planologische mogelijkheden. Dan kan je bijvoorbeeld meer fietspaden en voetpaden aanleggen. De gebruikers en bewoners van zo’n gebied gaan vanzelf een andere rol spelen. Vermeng je vervolgens diverse soorten gebouwen weer met elkaar dan kun je de schaal vergroten.
Fabrieken, overslagbedrijven, winkels, scholen en huizen kun je beter door elkaar heen te laten functioneren. In mijn plan zit iedereen gewoon weer aan de straat. Daardoor heb ik ontdekt dat dieren en planten automatisch tot het langzame verkeer behoren. Bovendien is mijn plan milieuvriendelijker. Zeker als straks schonere energie beschikbaar is’.

vierkante-auto

De Vierkante Auto
In het werk van John Körmeling draait alles om de relatie tussen de mens en de rol die hij krijgt toebedeeld als participant in zijn eigen sociale omgeving. In 1994 begon hij met de ontwikkeling van de ‘Vierkante Auto’. Het ontwerp is een helder en simpel model geworden dat in alle opzichten pragmatisch en praktisch is.
‘De auto’s van nu hebben alles weg van raketten en suggereren snelheid, maar staan in de file, op weg naar huis, stil als suffe pantoffels. De Deux Chevaux van Citroën heb ik wat dat betreft altijd schitterend gevonden’, zegt hij,’ Die auto was niets meer dan een vloer op wielen waar je naar believen mee kon doen wat je wilde’.
Körmeling verzet zich tegen de onechte romantiek van snelheid en avontuur aan de ene kant en die van de geborgenheid in de knusse buitenwijk aan de andere. Zijn Vierkante Auto heeft meer mogelijkheden dan de Lelijke Eend en is multifunctioneel. Zijn auto kan als erker, of als kamer op wielen aan je huis gekoppeld worden en maakt dan deel uit van het persoonlijk woongenot. De Vierkante Auto wordt op die manier óók als architectonisch object benut.

Die nuchtere kijk van ontwerpen en de ironische blik op onze leefomgeving wordt ingegeven door constante verbazing. Het liefst bedenkt hij ‘Zo-kan-ik-het-ook-kunst’, waarbij het zelf doen van wezenlijk belang is. Daarom is het niet vreemd om zijn werk te plaatsen in de traditie van de architect Gerrit Rietveld, het Nieuwe Bouwen en De Stijl. Hij wil alleen niet in strak gedefinieerd schema’s werken, daarom stellen zijn lichtvoetige en provocerende plannen conventies aan de kaak;

JK-NRC2008
Architectuur begint met een straat
‘Toen ik mij, tijdens mijn studie, in ontwerpen en bouwen ging verdiepen vond ik dat een gebouw in de steigers mooier was dan zonder. Centre Pompidou werd in die tijd gebouwd en de architectuurfoto’s van Bernd en Hilla Becher trokken mij erg aan. Ik ben nog steeds geïnteresseerd in fabrieken, loodsen, steigerconstructies en schuren. Dat is nooit meer veranderd. Ik heb in die tijd de oude steencirkels in Engeland en de Romaanse kerken bezocht en ze eindeloos getekend en opgemeten. Ik wil namelijk altijd weten hoe iets gemaakt is. Via het latere Russisch Constructivisme en het werk van Tatlin kom je dan snel uit bij het Nieuwe Bouwen en Rietveld. Ik ben vooral geïnteresseerd in bouwsels die opvallen. Voor mij is in combinatie alles mogelijk. Daarom sprak het thema van de wereldtentoonstelling in Sjanghai ‘Better City, Better Life’ mij meteen aan’.
‘Happy Street’ bood John Körmeling in 2010 de mogelijkheid zijn idee over de mens, de stad, het milieuvraagstuk samen te vatten in relatie met technologische innovatie.
‘Het werd een paviljoen op een polderlandschap waarbij het interieur zich voornamelijk buiten bevond. Voor mij begint architectuur met een straat en die is pas goed wanneer alles door elkaar loopt’.

In zijn boek ‘A Good Book’ is een overzicht te vinden van architectonische vondsten die Körmeling op zijn reizen tegenkwam. Zij hebben ook een weg gevonden in zijn autonome projecten. Parasitaire aanhangsels zoals zijn ‘Billboardhuisje’, het ‘Pioniershuisje of toevoegingen van woorden en teksten bovenop zijn ontwerpen zijn karakteristiek voor zijn werk. In Tilburg is inmiddels het ‘Draaiende Huis’ voltooid. Dat huis staat op een rotonde en draait langzaam mee met de richting van het verkeer. Het is een ode aan de lintbebouwing. ‘ Met het ‘Draaiende Huis’ wil ik eigenlijk dat mensen die voorbij rijden naar zichzelf kijken. Door met dat huis mee te rijden ga je vanzelf nadenken over de bijzonderheid van je eigen huis. Mijn werk dwingt mensen om met andere ogen naar hetzelfde te kijken’.

fot JK door RR voor Arti