Grande Sertão: Veredas (1952) – Een van de beste boeken die ik gelezen heb. Staat in mijn topvijf. Vertaald door August Willemsen. Diens boek Braziliaanse Brieven wakkerde mijn behoefte aan ooit door Brazilië te reizen en de sertaõ in te trekken. Diep in de wildernis van de schrijver Guimarães Rosa.
Het boek begint als volgt:
Niks, niemandal. Die schoten die u hoorde waren niet van vechten, nee, God zij. Ik was het, scherpschieten op een boom, in de achtertuin, beneden bij de beek. Om te oefenen. Doe ik dagelijks, doe ik graag, al sinds mijn jongelingsjaren. Daarna kwamen ze me roepen. Wege een kalf: wit kalf, verdwaald, verweesde ogen -was wat men zag-; en met het masker van een hond. Vertelden ze me; ik heb het niet willen zien.
bron; Wikipedia schrijft over Guimarães Rosa;
Het oeuvre van Guimarães Rosa is nagenoeg geheel gesitueerd in de Sertão. Toch wordt hij niet beschouwd als een regionalist. Zijn personages en beschrijvingen hebben een universele draagwijdte. Het gaat hem minder om het pittoreske en het sociale dan wel om de mythologie van de Sertão. Zijn werk is in hoge mate symbolisch en verwijst steeds naar het transcedente, het magische en het mysterieuze en probeert om het ingeslapen gevoel voor het wonderbaarlijke in de mensen weer wakker te schudden. Zijn Sertão symboliseert de wereld waarin de mens zoekt naar het mysterie van het leven, oftewel “de derde oever van de rivier”, zoals een van zijn bekendste verhalen heet.
De meeste bekendheid verwierf Guimarães Rosa echter met zijn enige roman Diepe wildernis: de wegen (oorspronkelijke titel: Grande Sertão: Veredas) uit 1952. Diepe Wildernis: de wegen is het complexe verhaal van de voormalige, van de pampa afkomstige huurling Riobaldo, inmiddels een oude man en nu een ‘rancher’, die zijn lange levensverhaal vertelt aan een anonieme, uit de stad afkomstige luisteraar.
Diepe wildernis: de wegen geldt algemeen als een hoogtepunt in de Braziliaanse literatuur van de Twintigste Eeuw. Het boek wordt door sommigen wel vergeleken met werken als Ulysses van James Joyce en Berlin Alexanderplatz van Alfred Döblin. In 2002 werd het opgenomen in de lijst van belangrijkste boeken uit de wereldliteratuur, samengesteld door de Zweedse Academie.