Jan van der Pol

De Cacophonie Intérieure
of
Kunst als monoloog met de buitenwereld

Jan van der Pol (1949, Aalsmeer) houdt van reeksen en verzamelingen. Dat bleek toen ik zijn atelier betrad en hij mij op een strakke kastwand met smalle laadjes wees. Geheimzinnig schoof hij zo’n lade open, wachtend op mijn reactie. Plots keken wij neer op een magische wereld van geprepareerde insecten, kevers en vlinders. Alles zorgvuldig geordend op soort, type en grootte. De kast bleek een entomologische wonderkamer, die lang geleden door zijn vader was aangelegd en later door Jan werd uitgebreid en aangevuld. Ware schoonheid openbaart zich in de natuur, alleen moet je er alert op zijn en er oog voor krijgen.

Eenheid in mengvormen
De totstandkoming en ordening van zijn beeldverzamelingen vormt het begin van ons gesprek. Sinds jaar en dag legt Jan van der Pol al zijn indrukken en gedachten in boekvorm vast. Voor hem zijn die tekeningen en aquarellen een soort dagboeken geworden die het resultaat van vele overpeinzingen vormen.
Van der Pol is bekend van zijn beeldcombinaties. Op één schilderij, tekening of grafiekblad kunnen meerdere afbeeldingen staan. Dat kan een landschap tegen een abstract vlak zijn met krassen of een zwevende kop die hangt in een veld met lijnen en weggeduwd lijkt te worden door cirkels. Alles in diverse, soms bijtende kleuren. Platte vormen, geciteerde krantenfoto’s of een bedrieglijke dieptewerking gaan voortdurend met elkaar de strijd aan. Het werk van Jan van der Pol staat nooit stil. 

‘Toen ik begon als kunstenaar gingen mijn voorkeuren uit naar wat je een conceptuele benadering zou kunnen noemen. Ik heb van begin af aan altijd figuratieve en abstracte elementen gebruikt. In de 80-er jaren tekende en schilderde ik in tekenboeken. Daar was pagina na pagina een optimale secure mogelijk van abstract naar figuratief en andersom. Toch heb ik in mijn mengvormen altijd een eenheid ervaren. Daarbij moet je denken aan een Chinese papierrol die voor je neus afgerold wordt. Je ziet niet alles maar in je hoofd hark je automatisch een totaalbeeld bij elkaar’. 

Francisco Goya – De slaap van de rede brengt monsters voort

Goya en heisa in je kop
Die benadering werd in 2019 concreet toen hij in het Morat-Institut Für Kunst Und Kunstwissenschaft (Freiburg i. Breisgau – Duitsland) de gelegenheid kreeg om te experimenteren met uiteenlopende aspecten van zijn kunst. Hij combineerde schilderijen met tekeningen en collages waarbij tegengestelde beeldmotieven elkaar associatief beïnvloedden. Hij noemde de tentoonstelling Cacophonie Intérieure. Heisa in je kop met landschappen, soms een figuratief portret, geometrische abstracties en kleurvelden.

‘Het Morat-Institut heeft een grafiekverzameling, dat wil je niet weten zo mooi en ik kon dat toen allemaal rustig bekijken. Ik besloot dat de ets El sueño de la razón produce monstruos | De slaap van de rede brengt monsters voort, uit de serie Los Caprichos van Francisco Goya, onderdeel uit moest maken van de expositie. Goya had natuurlijk Rousseau gelezen en voorzag zijn filosofie als opmaat voor wat wij nu zien als het fascistoïde denken.’ 
Goya beeldde zichzelf af aan een schrijftafel, hoofd op zijn armen, terwijl hij omringd wordt door uilen (de wijsheid en de rede) en vleermuizen (de onwetendheid). Dieren van de nacht die in ieder geval niet veel goeds voorspellen. Het is misschien wel de beroemdste prent uit de serie. Het blad was aanvankelijk bedoeld als titelblad van de reeks. Hoe mooi mag je entree van een tentoonstelling zijn.

MORAT-INSTITUT FÜR KUNST UND KUNSTWISSENSCHAFT.

Speeltuin vol nieuwe mogelijkheden
Na het Morat-Institut, waar van der Pol heel tevreden op terug kijkt, want die was in alle opzichten zeer geslaagd, vond hij toch dat het moment aangebroken was om de figuratie voorlopig een tijdje te laten voor wat het was. Het narratieve aspect in zijn schilderijen begon hem te hinderen en hij zocht steeds meer naar motieven, die een neutralere expressie lieten zien. Er braken spannende momenten aan, want de vraag was natuurlijk of de lading, dat een schilderij nu eenmaal moet hebben, niet verloren ging. Er maakte zich na een paar opzetten een enorme opluchting van hem meester, omdat hij zich plotseling in een speeltuin vol nieuwe mogelijkheden bevond. 

De wereld ontrafelen
‘In de beginfase van mijn handelingen, let ik altijd op of ik het nog nooit eerder gedaan heb. Mijn ideeën over het visuele en het arsenaal waaruit ik moet putten heb ik altijd willen uitbreiden. Dat brengt mij op gang. 
Toen ik voor het eerst in het Tropenmuseum kwam bijvoorbeeld en daar mensfiguren zag met niet-menselijke vormen en een anatomie die wij in het westen niet kennen was ik zó opgelucht. En toen ik als kind voor het eerst het plaatje van de Egyptische Zittende Schrijver uit het Louvre zag en mij realiseerde dat wanneer je met je handen zoiets kunt maken, je bevrijd bent en gered. Het trof mij als een bliksemstraal, zoiets wilde ik ook maken. Nu denk ik nog steeds zo, want je hoeft niets te verzinnen. De wereld is er, alleen moeten wíj́ die ontrafelen en zelf de keuzes maken’.

Snel en ernstig
Er zijn kunstenaars die eindeloos op een doek zitten te prutsen. Hoewel Pablo Picasso wel schilderijen van Pierre Bonnard kocht voor zijn eigen kunstcollectie kon hij zich aan hem doodergeren, omdat die vlak voor een opening nog de laatste details bijwerkte. Picasso vond dat een schilder beslissingen moest nemen. Dat energieloze getwijfel was niets voor hem. Actie! 
Eenzelfde visie is in zekere zin ook voor Jan van der Pol van toepassing. In het begin heeft hij een rudimentair plannetje en daarna moet het verwezenlijkt worden. Als iets niet lukt dan pakt hij liever een nieuw doek, want een eerder bewerkte onderlaag vertraagt alleen maar het proces, en als iets niet bevalt haalt hij de verf meteen weg. Een tweede sessie ondermijnt de frisheid namelijk.
‘Ik wil er de vaart in houden. Ik schilder snel. Soms heel snel. Mijn levensgevoel in mijn schilderijen is van belang en ernstig, zoals alle schilderijen ernstig zijn.’

Vogelenzang – februari, 2024.

Geraadpleegde bronnen:
– Gesprek Jan van der Pol op 6 mei 2024.
– Jeanne Oosting Prijzen – Laureaat voor de schilderkunst 1990
– De grafiek van Goya – catalogus Rijksmuseum 1970
– Cacophonie Intérieure | Monshouwer Editions 2019

Quatre Bras 3