Vader Christiaan Ruseler | Chris
Schiedam, 1 augustus 1923 – Woerden, 7 juni 2017
Inleiding:
Jolande en ik hebben een fijne vader gehad.
Toen wij jong waren zorgde hij er voor – samen met mijn moeder – dat wij als kinderen nooit gemerkt hebben hoe in de jaren 50 met weinig geld de eindjes aan elkaar werden geknoopt. Dat vergde soms veel improvisatie. Daardoor hebben wij een zorgeloze jeugd gekend en nooit enig idee gehad welke financiële moeilijkheden er soms speelden.
Als jeugdige vader was hij een actieve vader die altijd tijd voor ons had, spelletjes deed, wandelde en sportte.
De mooiste jeugdherinneringen heb ik aan de momenten buiten. Die in het Open Veld. Of het nu de wandelingen waren, de kampeervakanties in binnen- en buitenland of de vele dagen op het sportveld met atletiek- en veldtrainingen in de duinen……. voor een kind was dat altijd avontuur.
Ik heb het wel eens eerder uitgesproken: Wij hebben een adellijke jeugd gehad. Een jeugd waarin wij onbezorgd konden opgroeien, waarin wij ons zonder noemenswaardige hindernissen konden ontplooien en waarin wij onze talenten konden ontwikkelen door de studie te kiezen die heel dicht bij onze idealen en dromen lag.
Daar was hij enorm liberaal en meedenkend in. Ook al had hij niet altijd greep op die keuzes, immer heeft hij vertrouwen gehad in de verwachtingen die ons voor ogen stonden. Die houding heb ik altijd heel erg kunnen waarderen.
De jeugd van mijn vader – opleiding en ontwikkeling
1) De generatie van mijn vader wordt langzaamaan geschiedenis.
Het is de geschiedenis van de mannen die na de ambachtschool in de fabriek zijn gaan werken en die – met veel moeite, doorzettingsvermogen en avondstudie – maatschappelijk konden stijgen. Dat hele traject heeft mijn vader eveneens doorlopen. Hij heeft zich door zelfstudie en diverse promotiemogelijkheden bij de Nederlandse Spoorwegen opgewerkt tot Technisch Tekenaar met een HTS-diploma, met als kers op de taart een functie op het hoofdkantoor te Utrecht.
Als ik de verhalen mag geloven is hij een groot vakman geweest die alles kon ontwerpen en construeren.
Voor een bedrijf van nationaal belang was het leveren van hoge technische kwaliteit een noodzaak en die kwaliteit heeft hij tot zijn pensioen altijd geleverd.
2) De generatie van mijn vader is ook de generatie die getekend is door de ellende van de Bezetting. Voor mijn vader is de spanning van de onderduik tijdens de Spoorwegstaking en het gevaar gepakt te worden een benauwend besef geweest. De laatste tijd vertelde hij mij daar geregeld opnieuw over en nog voelde je de spanning die dat opriep als hij daarover sprak. Hij beschreef een jongensleven dat zwaar onder druk stond en waar kansen geblokkeerd werden.
3) Sport was voor mijn vader altijd heel belangrijk. Met dàt fanatisme had ik niet zo veel. Voor mij is het een reden geweest om op een gegeven moment de sportpagina maar over te slaan en snel de kunstpagina van de krant op te zoeken.
4) Vanaf het begin vond ik lezen heerlijk en hij deed dat eveneens graag. Voor zo ver ik mij herinner waren er altijd bibliotheekboeken beschikbaar en daar zaten meestal kunstboeken bij. Uit die kunstboeken nam hij plaatjes over die hij schilderde en tijdens vakanties tekende hij naar de natuur met oliekrijt en potlood. Leuke dingen waren dat. Voor mij was het de vruchtbare bodem die ik later nodig had.
- Wat heb ik van mijn vader geleerd?
- Niet zonder trots durf ik te zeggen dat hij mij de kans gaf om mij ten volle te storten in mijn bestaan als kunstenaar. Ik heb nooit aan mijn vader gemerkt dat hij mijn passie en toewijding ooit één strobreed in de weg heeft gelegd.
Integendeel. Ik weet dat hij diep in zijn hart die stap vroeger misschien ook wel gezet zou willen hebben. Alleen waren de kansen en mogelijkheden er in zijn tijd niet, dus werd hij Technisch Tekenaar bij de Spoorwegen. Een vader die een gezin kon onderhouden.
Ook al had mijn vader misschien niet altijd toegang tot mijn activiteiten. Hij kon met belangstelling iets tot zich nemen en dat waarderen. Hij heeft mij in die zin geleerd begrip op te brengen en open te staan voor een andere wereld. Ook daar was hij ruimdenkend in. - Ten tweede wil ik zijn doorzettingsvermogen noemen en de wil om te proberen het doel te halen dat je jezelf stelt. Die ambitie heeft hij in zijn werk en als sportman altijd ingezet.
Hij heeft mij geleerd niet op te geven, als je ziet dat die mogelijkheid zich aandient. Dat is scheppend vermogen. - Als laatste heeft hij Margreet en mij laten zien dat je in verbondenheid sterk staat. Met mijn moeder was hij vriendjes en teamgenoot. Waar hij niet toe in staat was deed mijn moeder en omgekeerd loste hij problemen op die haar niet lukten. Die liefdevolle overeenkomst is voor mij altijd een voorbeeld geweest.
Het uitgesproken woord.
Vorige week zei mijn vader: ‘Bedankt voor alles’
Ik antwoordde dat ik hèm dankbaar was voor de kansen die hij mij gegeven heeft en dat ik altijd trots op hem zou blijven.
‘Dat is mooi om te horen, jongen’, zei hij waarna hij weer wegzakte in een moeizame uitputtingsslaap.
In het ziekenhuis nam hij afgelopen week een ferm en moedig besluit. Hij wilde terug naar zijn vrouw. Terug in zijn vertrouwde omgeving.
‘Het is moeilijk om dit punt te bereiken’, zei hij, ‘maar nu ga ik naar huis’. Hij zei dat niet als overgave, maar als antwoord op de onafwendbaarheid van een spoedige dood.
Jolande en mij heeft hij – zoals gezegd – een adellijke jeugd gegeven om sterk het leven aan te kunnen.
Voor zichzelf koos hij een paar dagen geleden de Koninklijke Weg temidden van zijn dierbaren.
Hen had hij onvoorwaardelijk lief.
Haarlem 14 juni 2017