Arnoldus, Pietertje en de molen Adriaan

In Haarlem staat aan het Spaarne, sinds 2002 een replica van de molen De Adriaan. De originele molen ging in 1932 in vlammen op. Voor mijn familie heeft de molen altijd een bijzondere betekenis gehad, omdat Arnoldus van Riesen en zijn vrouw Pietertje Lacet ( mijn verre voorouders) ergens tussen 1865 en 1888 in de molen hebben gewoond.

Arnoldus was molenaar. Het echtpaar huwde in Amsterdam. Daarna vertrok het gezin naar Lisse. Van Lisse verhuisden zij naar Schiedam en van Schiedam belandden zij in Haarlem.
Arnoldus en Pietertje kregen 9 kinderen waarvan er vier in leven zijn gebleven, twee jongens en twee meisjes.
Mijn overgrootmoeder Everdina is als nakomertje aan de Raamgracht 340 te Haarlem geboren. Toen de familie zich in de molen vestigde (Papentorenvest 1) is zij daar opgegroeid en moet er een mooie jeugd gehad hebben. De helling van de naastgelegen werf bestaat ook nog en is nu onderdeel van een terras. Na hun verblijf in Haarlem verhuisde de familie definitief naar Schiedam, waar Everdina’s dochter Gosina grotendeels door haar grootouders is verzorgd, omdat Everdina als jonge weduwe de kost moest verdienen.

Arnoldus van Riesen, dochter Everdina, kleindochter Gosina, Pietertje Lacet

De twee oudere broers van Everdina vertrokken op een gegeven moment naar Hamburg, waar zij actief waren in het bouw- en timmerbedrijf. Eén van de twee kon goed trappen maken ging het verhaal.
Over en weer bezochten de familieleden elkaar. Mijn grootouders Jan & Gosina Scheffer zijn in Geesthacht geweest en op bezoek in het verre Königsberg, bij de oudste zoon van Pieter van Riesen, Arnoldus (Arnold) en zijn vrouw Wilhelmine en omgekeerd hebben Arnold en Wilhelmina gelogeerd in Schiedam, waar mijn grootouders aan het Fabriplein woonden.

De aankoop van de molen in 1865
Op 4 maart 1865 werd bij de Notaris Gerrit Cornelis Joeks te Haarlem, de akte van verkoop gepasseerd.
De verkopers waren,
Petrus Nelis, Korenmolenaar wonende te Schoten (Haarlem Noord)
Isaac van Harreveld, Koormolenaar wonende te Haarlem
en Johannes Petrus Visser, Korenmolenaar te Haarlem

Arnoldus van Riesen was 52 jaar en woonde aan de Gedemte Raamgracht te Haarlem, toen hij molen Adriaan vrij van hypotheek kocht samen met Johannes van Berloo, korenmolenaar, wonende in de Vrouwensteeg, eveneens te Haarlem. Daartoe werd een financier aangezocht die de schuld op zich nam. Dat was Hendrik Daniel Gildemeester Buse, commissionair in effecten en fabrikant wonende te Haarlem.
Zijn subrogatie hield in dat hij de nieuwe schuldeiser werd in de plaats van de oorspronkelijke eigenaren. Hij nam alle rechten en plichten uit hoofde van de vordering over.
Het aankoopbedrag bedroeg F 5700,00, waarvan F700 meteen betaald werd en de rest betrof een lening met rente aan Gildermeester Buse.
Op 6 maart werd de verkoop officieel ingeschreven.

verkoopakte Molen De Adriaan

De aankoop bevatte het erf en de windkorenmolen Adriaan, waaronder een wagenhuis en een paardenstal met een loods erbij, verder verkregen zij een omheind erf met een tuin en de daarbij gelegen molenaarswoning en bijbehorend erf.
Het perceel lag aan de Papentorenvest bij de Hogebrug te Haarlem en stond beschreven in het kadaster als nummer 177 onder sectie Littera D, Numero 1974 als korenmolen, stal en erf ter grootte van 4 roeden en 90 ellen, plus nummer 3238 ter grootte van 1 roede en 20 ellen en nummer 1975. Dat was het huis en erf ter grootte van een roede vijf en zestig ellen.

Herbouw van molen De Adriaan
Toen de molen herbouwd werd schreef mijn moeder de navolgende brief aan de stichting Molen De Adriaan.

P. Ruseler – Scheffer, Woerden – 2001
‘M’n overgrootvader was Arnoldus van Riesen gehuwd met Pietertje Lacet. Het beroep van deze man was molenaar. Het echtpaar huwde in Amsterdam. Daarna vertrokken ze naar Lisse. Van Lisse naar Schiedam en van Schiedam naar Haarlem.
In Haarlem is m’n grootmoeder geboren als jongste van het gezin. Ze is geboren op de Raamgracht No 340. Later is het gezin verhuisd naar de molen De Adriaan.
Over deze molen was m’n grootmoeder altijd aan het vertellen, zodat ik dit allemaal kan opschrijven. Het echtpaar van Riesen woonde daar met vier kinderen; 2 jongens en 2 meisjes. Met mooi weer zwommen de jongens in het Spaarne en speelden met een tweeling van de scheepswerf die ernaast lag. Ze heeft daar een prachtige jeugd gehad, vertelde ze altijd.
Ik ben nog in het bezit van een testament van m’n overgrootvader dat opgesteld is op 25 maart 1871 te Haarlem. Ze woonden toen nog op de molen. Wanneer ze precies vertrokken zijn weet ik niet, maar ze zijn weer naar Schiedam teruggegaan.
Het geval wil dat ik zelf na mijn huwelijk ook in Haarlem ben gaan wonen. Helaas heeft m’n grootmoeder dat nooit meer geweten.
Van 1948 – 1975 woonden we in Haarlem. Onze zoon woont nog steeds in Haarlem. En dat is Ronald Ruseler. Hij is dus een nazaat van een molenaar die woonde op De Adriaan.’

Hernieuwde herinneringen.
In het voorjaar 2021 kreeg mijn moeder een mailtje uit Duitsland van Michaela Schumann, die op zoek was naar informatie uit Nederland over haar Duitse van Riesenfamilie. Omdat mijn moeder een uitgebreid familiearchief heeft bijgehouden ontstond er een briefwisseling, waarin over en weer informatie uit onze gedeelde familiegeschiedenis werd gedeeld. Michaela had ondertussen contact gekregen met Steve en Gretchen Britt uit Californië. Steve is een kleinzoon van Kurt van Riesen, die eind jaren ’20 naar Amerika was geëmigreerd. Over zijn grootvader Kurt heeft hij nooit iets vernomen, omdat na de dood van Kurt zijn grootmoeder hertrouwde en over Kurt verder zweeg. Steve vond na haar dood foto’s en andere spullen van zijn onbekende grootvader. Er volgde een zoektocht naar de wortels van zijn Europese stamboom.

Op neutraal terrein
Steve en Gretchen maakten in september 2021 in Haarlem kennis met mijn moeder Nel, die er in 1932 bij was toen Steve’s grootvader Kurt, op neutraal terrein, zijn ouders Arnold en Wilhelmine uit Duitsland ontmoette (waarschijnlijk omdat hij nog geen Amerikaans paspoort had). Mijn moeder Nel was destijds 6 jaar en heeft nog een levendige kinderherinnering aan dat bezoek.
Het Haarlems Dagblad deed onderstaand verslag van deze ontmoeting onder molen De Adriaan.

Haarlems Dagblad 13 september 2021

Bijzondere ontmoeting onder molen De Adriaan
Familiegeschiedenis – Stamvader Arnoldus was molenaar van De Adriaan

Auteur: Elisabeth Stilma
Haarlems Dagblad 13 september 2021

Haarlem. Afgelopen zaterdag vond er een bijzondere ontmoeting plaats onder molen De Adriaan. Nazaten van molenaar Arnoldus van Riesen die waarschijnlijk tussen 1865 en 1888 in de molen woonde, keken elkaar voor het eerst in de ogen.
De 95-jarige Nel Ruseler-Scheffer schudde de hand van haar verre achterneef Steve Britt en zijn partner Gretchen op de plek waar ooit hun familiegeschiedenis begon.
Voor zoon en Haarlemmer Ronald Ruseler (71) voelt het als een puzzelstukje dat op zijn plaats wordt gelegd. ,,Het onzichtbare wordt zichtbaar gemaakt.” Natuurlijk kreeg hij van jongs af aan mee dat de vader van zijn overgrootmoeder molenaar was geweest op de molen die ooit een prominente plek in de stad innam. ,,Dat verhaal hoorde bij de familieoverlevering. En dat mijn overgrootmoeder Everdina van Riesen daar als klein meisje had gewoond.”

Overigens stond op het hoekje bij het Spaarne waar zijn moeder altijd naar wees helemaal geen molen. Die was afgebrand in 1932 en pas in 2002 weer opgebouwd. Eigenlijk kwam de Haarlemse familiegeschiedenis pas weer in beeld toen zijn moeder vorig jaar midden in de coronatijd een mailtje kreeg van de Duitse Michaela Schumann. Zij is nazaat van Pieter van Riesen, de oudere broer van Everdina . ,,Zij had allerlei vragen over de familie Van Riesen. ”
Ruseler dook met zijn moeder in de archieven die zij zorgvuldig had bijgehouden. ,,Mijn moeder heeft multomappen vol met informatie over de familie. Telkens kwam ze weer met een ander boek aanzetten met nog meer weetjes.”

Zo ontspon zich langzaam maar zeker een interessante reis door de geschiedenis. Arnoldus van Riesen ( 1813) was korenmolenaar en trouwde met Pietertje Lacet (1816). Ze verhuisden naar Lisse waar hij een molen had gekocht. ,,We vermoeden dat hij niet onbemiddeld is geweest.” Na Lisse vertrokken ze naar Schiedam en vervolgens nam hij De Adriaan in Haarlem over waar ze ergens tussen 1865 en 1888 hebben gewoond. “Hierna verhuisde de familie definitief naar Schiedam, waar Everdina’s dochter Gosina grotendeels door haar grootouders is verzorgd, omdat Everdina als weduwe de kost moest verdienen.”

Tweeling
Everdina werd als jongste kind en nakomertje geboren in 1861 in Haarlem aan de Raamgracht 340. Het vermoeden bestaat dat zij later naar de molen zijn verhuisd. ,,Mijn moeder herinnert zich nog de verhalen van haar grootmoeder. Hoe fijn ze het vond om daar te wonen met twee broers en een 20 jaar oudere zus, of die daar toen nog woonden weten wij niet zeker. Waarschijnlijk is zij als enig kind opgegroeid.” Zo vertelde ze over de tweeling van de scheepswerf naast de molen waar ze altijd mee speelde. Hoe de jongens daar zomers in het water sprongen en zwommen in het Spaarne. ,,Een prachtige jeugd had ze gehad, volgens mijn moeder. Daar in en rond de molen aan het water.”

Of ze ook iets van de schaduwen die het gezin troffen heeft meegekregen, daar zijn geen verhalen over. Arnoldus en Pietertje kregen namelijk negen kinderen waarvan vier uiteindelijk bleven leven.
En hier verwijden de takken van de stamboom zich. Ronald Ruseler is een nazaat van Everdina en Steve Britt is een nazaat van de broer van Everdina, Pieter.
Deze Pieter vertrok met zijn broer Arnoldus naar Duitsland, waar zij nabij Hamburg een timmermansbedrijf waren begonnen. De oudste zoon van Pieter, die ook Arnoldus heette, verhuisde naar Königsberg in Oost-Pruisen. Hij had een zoon genaamd Kurt. Deze man is de grootvader van Steve. Kurt was een slimme gast, die in 1927 al beschikte over een ‘green card’ en in 1933 een paspoort voor de Verenigde Staten.

Kurt staat links in wit pak, naast zijn ouders en Nel, met strik in wit jurkje (6 jaar oud)

Zijn moeder herinnert zich de ontmoeting in Nederland nog. ,,Kurt kwam voor een bezoek terug uit de VS. Omdat het niet veilig voor hem was om zijn ouders in Duitsland op te zoeken, kwamen zijn ouders naar Nederland waar Kurt bij familie was ondergebracht.”
Nel Ruseler-Scheffer was toen een meisje van zes, maar de grote achterneef die uit Amerika langskwam staat nog op haar netvlies geschreven. ,,Hij ging met haar een ijsje halen. En had los rinkelend kleingeld in zijn zak. Hoe Amerikaans was dat. Ze is het nooit vergeten. ”Kurt begon in Californië een succesvolle bakkerij. Helaas heeft Britt zijn grootvader nooit gekend. Kurt stierf voordat hij werd geboren. Zijn grootmoeder hertrouwde en er werd nooit gesproken over zijn biologische opa. Pas toen zijn grootmoeder gestorven was, vond hij foto’s van de man die over de oceaan een nieuw bestaan had opgebouwd.

Nieuwsgierigheid
Bij Britt groeide de nieuwsgierigheid naar de man uit Duitsland. En toen hij een mailtje kreeg van dezelfde Michaela Schumann werden de witte pagina’s van zijn familiegeschiedenis langzaam maar zeker ingevuld. De verhaallijnen werden steeds duidelijker.
Al snel leek het niet meer dan logisch om de vrouw die zijn grootvader nog had gekend te ontmoeten. Britt en zijn vrouw besloten het erop te wagen en maakten een familiereis via Duitsland naar Haarlem. Terug naar de plek waar de wortels van de stamboom zijn gegrond.

Na afloop
Krankzinnig noemt Ruseler de ontmoeting afgelopen zaterdag. Het idee dat hij, zijn zus en moeder met mensen aan tafel zaten die hetzelfde DNA in zich dragen, maar die hij net heeft leren kennen, is eigenlijk bizar. Zijn moeder liet verbaasd weten, dat zij de enige is die Kurt nog gekend heeft en Britt, die zag zijn witte pagina’s steeds meer kleur krijgen. Niemand had kunnen bevroeden dat 160 jaar na de geboorte van Everdina vreemdelingen elkaar in de ogen keken, op zoek naar gemeenschappelijke grond.
En De Adriaan, die torende hoog en machtig boven alles uit. Natuurlijk moesten de nieuw hervonden familieleden, hoewel een replica van de originele, nog even de molen van binnen bekijken, even de geur van vroeger inademen, zich voorstellen hoe ooit lang geleden hier een molenaar met zijn gezin woonde die de stamvader was van deze bijzondere familiegeschiedenis.

Arnoldus heeft in dit boekje zijn gehele familie beschreven