Beijing – China

In 2013 bezochten wij Beijing tijdens de kerstdagen voor de eerste keer. Beijing was het eindstation van de Trans- Mongolië spoorlijn en nu bezochten wij de stad opnieuw. Dat werd een mooi weerzien.

vrijdag 5 juli – over de grens naar Beijing
Het werd laat vannacht door het oponthoud aan de grens met Mongolië. Toch lekker geslapen. Het uitzicht was niet bijzonder, soms bergachtig en mooi, maar ook veel hoge woontorens. Toen we ’s middags de trein verlieten hadden wij er 8000 km spoor opzitten.
Onze gids Wang, die zich Johnson liet noemen, bracht ons naar het hotel. Dat lag in een buitenwijk, ver van het centrum.
In het hotel legde Johnson uit dat ons appartement 3A zich op de vierde verdieping bevond, omdat No 4 ongeluk zou brengen:
‘It is a bad number. So this is for you … 3A = Four Floor’.

Wij hadden nauwelijks tijd om de spullen op onze kamer te zetten en gingen we weer op pad om de stad te bezoeken. Johnson riep toen iedereen zich verzameld had en wij naar de ingang van de metro wandelden:
‘Djosa … Follow me, please’, en legde omstandig uit hoe de metro werkte (net als overal op de wereld dus).
Het werd een lange rit met twee keer overstappen en nog twee haltes met de bus naar het Jingshan Park. De avond was regenachtig.

In ganzenpas gingen we langs de hoogtepunten rond het Tiananmenplein en De Verboden Stad met het beroemde portret van Mao:
Reisgenoot K. riep: ‘Dat is Ho Tsji Min’.
‘Dat ze zo’n man nog vereren, snap je dat nou’, reageerde een ander.
Het was niet druk op het plein, er liep wel veel politie rond en sommigen waren als toeristen verkleed.
Zij fotografeerden ons opzichtig, maar dat dit leden van de geheime politie waren viel vrijwel niemand op. Wij tikten Sönke aan en wezen naar een fanatiek fotograferende vrouw.
‘Diese unverschämtheit,’ mopperde hij, toen hij een grote lens van een afstand op zich gericht zag.
Johnson zei dat het plein ‘s avonds was afgesloten en verklaarde:
‘Just like in America … you see … like Towers … Bhoem, but in daytime, no problem’.
‘Ja, ja’, klonk Sönke sarcastisch.
In flink tempo ging Johnson verder, maar gaf nauwelijks uitleg. Wij erachteraan.
Het Beijing National Grand Theater, ook wel het EI genoemd, was magistraal. De glazen, titaniumkleurige constructie lag in een kunstmatig meer en was ontworpen door de Franse architect Paul Andreu. Door de vorm, het avondlicht en de weerspiegeling in het water kreeg je de indruk dat het gebouw vederlicht op het water dreef. Een schitterend en knap staaltje architectuur. Indrukwekkend en betoverend.

Zaterdag 6 juli – Kunst kijken in Beijing
Voor het bezoek aan het Zomerpaleis en De Muur hadden wij ons afgemeld omdat wij daar in 2013 al geweest waren. We gingen liever kunst kijken. Bovendien konden wij even tot onszelf komen en onthaasten.
798 Art-Zone, het kunst-district, bleek 3 kilometer van ons hotel te liggen, dus gingen wij lekker wandelen. Het was een verademing even deelgenoot te zijn van het normale straatleven. Net als gisteren werden we soms aangestaard, maar dan als bezienswaardigheid en niet als potentiele bommenlegger. Voor de rest was alles gewoon en alledaags.

Het dagelijks leven kwam rustig op ons over en oogde ontspannen. De mensen slenterden met boodschappen, belden en appten, keken wat rond of suften op een stoepje … een jongeman parkeerde, trekkend aan zijn stuur, een toonloze, elektrische brommer volgestouwd met pakketjes onder een arcade … er werd op de hoek van een hof Go gespeeld … een moeder met een oma en kinderen hadden plezier en maakten grapjes … en vooral veel leuke, jonge, hippe jongelui. Deze generatie wekte ook de indruk niet verloren te zijn, zoals het in veel opkomende landen het geval is. De impressie van één dag zei natuurlijk niet zoveel, maar wij kregen toch sterk het idee dat de vooruitgang hier niet geweest wás, maar dat er juist veel in het verschiet lag.
Hier weinig houtje-touwtje dat wij kenden van de Russische Federatie. Er was veel groen en parkjes met bloemen. Geen stukken beton die een slecht wegdek moesten maskeren en het feitelijk allemaal veel erger maakten. Wel tenenkrommende controle, want altijd staat er wel iemand iets te regelen of te verbieden.

798 Art-Zone
798 Art-Zone, het kunstdistrict was enorm gezellig. Chillende familie- en vriendengroepjes slenterden door de straatjes. Veel schoolklassen. Er was van alles te zien en voor iedereen wat wils. Je kon er terecht voor mode, design, hebbedingen, er waren tentjes waar je iets kon eten en drinken en bovenal waren er galeries te over. De wat duurdere galeries die geen slofpubliek over de vloer wilden, vroegen een toegangsprijs. Een beetje dubbel tegelijkertijd. Montmartre, maar dan in Beijing. In Fundatie Faurschau bekeken wij de geweldige installatie New Era van de Amerikaanse kunstenaar Doug Aitken. Het onderwerp ging over tijd en het verloop van de tijd. In drie ruimtes stonden projectieschermen en spiegels opgesteld die voor verrassingseffecten zorgden. Het was zijn eerste solotentoonstelling op het vaste land van China, zoals het fijntjes genoemd werd. Erg goed.

Die avond nuttigden wij het afscheidsdiner bij een Chinees. Op zijn Rietvelds’ werden twee kamers tot één ruimte omgetoverd door een schuifwand in te klappen. In China zitten groepjes vaak privé in eigen kamers. De groep vormde weer stelletjes of bleef naast de vaste partnerzitten. Alleen wij zaten niet naast elkaar en kletsten met zo’n beetje iedereen. Het gezelschap bedankte onze gids Maria voor haar inspanningen. R doet dat met L in een kort praatje.

Zondag 7 juli – Van Beijing naar Amsterdam
Onze koffers stonden klaar. Ouders met kinderen renden in de lobby heen en weer en praatten hard en luid. De vakanties in China waren begonnen, dus waren er veel gezinnen op een of andere manier op pad. Het gevoel dat er een eind was gekomen aan de reis hing aan ons lijf. Het was bijna voorbij. Inge waar we veel mee opgetrokken waren en de busjes mee deelden, bleef in Beijing, omdat zij met een safari-bus van Beijing naar Istanbul verder zou reizen. Omhelzingen en zoenen. M kon goed met haar opschieten. R schudde hartelijk de hand van Sönke.
‘Bedankt voor je vriendschap’, zei R, want Sönke was zich steeds meer op hem gaan richten.
Wij namen tevens afscheid van de buiten-categorie S & F met hun tiptop uitrusting. Zij leken met Harrison Ford een afspraak te hebben gemaakt ergens halverwege de film The Raiders of The Lost Arc. Heel bijzondere mensen, omdat zij ècht overal op de wereld wel een keertje geweest waren.

De procedures op de luchthaven waren uitgebreid en langdurig. M moest haar koffer openen, omdat het alarm afging. Bij de scanner bleef haar rugtas ook hangen … Open maken … de powerbank was de boosdoener,
这样那样,问上级 | Dit en dat, zus en zo, vragen aan haar superieur … Dat ding mocht afgegeven worden aan familie in de hall, zei de douane-mevrouw, nadat ze had overlegd, anders ging-i de prullenbak in. Er stond geen code op en geen merk, dus was het een onduidelijk ding … M schoot in haar boosheids-modus:
‘Hou ‘m maar … if you be happy with it!’.
‘M. houd je rustig anders staan wij hier over een uur nog’.
哎呀… 移动电源(旧东西)被扔进垃圾桶了。

(Hup … daar ging de powerbank – oud spul – de prullenbak in.)
Nog drie controles door en toen waren wij weer op ons zelf. Oef … even alleen.

In het vliegtuig zaten wij naast een meneer die verzuchtte:
‘This is the first time speaking English for a month …’.
Wat bleek. In Manchester merkte hij tegen een groepje Chinezen op dat hij hun hondje zo leuk vond. Ze raakten aan de praat. Een echtpaar uit China bleek op bezoek bij familie en nodigde hem bij hen uit in China, waar ze een hotel hadden. Daar was hij meteen op ingegaan.
‘Het gebeurde in 10 seconden. Had ik anders gehandeld dan was ik deze afgelopen maand nooit bij hen en hun familie geweest … 10 seconden …!!! Het was niet makkelijk, want niemand sprak Engels. Daarom heb ik al die tijd nooit Engels gehoord. Door de strenge controle daarnet zat ik wel in de piepzak, want ik kreeg een mooi jadebeeld van een hert en een prachtige kalligrafie die bij hen in het hotel hing’.
De buurman was een bereisd man, die net als Sönke in de construction had gewerkt.

Bij het inzetten van onze landing vertelde de stewardess dat ze niet kon wachten om haar peuterdochtertje te zien.
‘ik heb een prachtig mooie baan en zou niet anders willen, maar wij werken enorm hard, met bijna permanente-/ chronische vermoeidheid’.
Middag in Amsterdam, voor ons was het over twaalven ’s nachts en we waren toe aan nachtrust.
Toen wij onze steeg in wilden lopen riepen onze buurman, de dichter L.H. en zijn vrouw:
‘Wow … wat gaaf … gaan wij ook doen’.
Wij́ gingen nu even niets doen, alleen heel veel slapen en bijkomen van een inspannende, maar onvergetelijke reis.