Onze eerste reis was met de Trans-Mongolië Express. Margreet was in 2019 gevraagd om als artistiek-coördinator van De Vishal het artistieke beleid opnieuw vorm te geven, omdat het er dreigde te ontsporen. Dat is haar met enige moeite gelukt, dus schoten er in vakantietijd tussen de tentoonstellingswisselingen drie weken over om even op adem te komen en bij te tanken. Margreet vond een treinreis van drie weken die begon in Moskou en eindigde, via Mongolië, in China. Ze stelde voor om deze oude wens uit onze studententijd te verwezenlijken. De advertentie betrof een groepsreis. Zoiets hadden wij nog nooit eerder gedaan, maar wat hield ons in deze omstandigheden tegen?
Moskou
Moskva … Москва! Een onwezenlijk gevoel overviel ons toen wij op het Rode Plein stonden. Hier waren wij dan. Het beroemde Rode Plein. Het plein is zo iconisch en bekend dat wij er eerst geeneens verbaasd over waren. Wij hadden het veel grootser in gedachten en moesten denken aan het Tsjinamen Plein in Beijing. Dat was overweldigend groot, maar hier (hoewel nòg grof aan de maat) maakte het plein een gewonere indruk. We liepen van het ommuurde Kremlin langs de Kathedraal van de Voorbede van Moeder Gods – de bekende Uienkerk – die het plein begrensde en waar de heuvel afliep naar de rivier. Draaide je je om, dan lag het beroemde warenhuis Gum rechts en links het Kremlin met het Mausoleum waar Lenin lag opgebaard, of wat er nog van hem over was.
We wandelden de Moskourivier over en passeerden het geïmproviseerde monument voor de in 2015 vermoorde journalist/ politicus Boris Nemtsov. Achter de foto’s en bloemen ging de verbeten strijd schuil over het spanningsveld tussen democratie en dictatuur. De toenmalige machthebbers waren voor velen in West-Europa een voorbeeld hoe je volgens democratische spelregels toch een dictatoriaal bestuur kon optuigen. De fellow travelers kenden we en bitter deden zij ons denken aan tijden van weleer.
Tretjakov en de Modernen
Aan de overkant van het water hadden we een prachtig uitzicht op de ommuurde oude stad. De goudkleurige daken en koepels glinsterden in de zon. Toeristenboten voeren af en aan, alleen iets rustiger dan op de Seine.
In het cultuurpark wandelden we het Tretjakov voor de 20e eeuw aan de àchterkant binnen, waardoor we een lange rij omzeilden en meteen met onze neus in de boter vielen. We bezochten de zalen met het Revolutionair Stalinistisch Realisme, in onvervalste setting, want dictators vertegenwoordigen per slot het Volk en weten ook loepzuiver wat Naród – het Volk – mooi vindt nl. Napoleontische Grandeur.
Er waren ook stoere schilderijen te zien, zoals die van Alexander Deinka (1899 – 1969) en diverse uitingen van het Internationaal Modernisme met Ljoebov Popova en haar kunstenaars van de groepen 0.10 (1915), Schoppen-Aas (1916) en 5×5=25 (1921). We zagen het model van de Toren van Vladimir Tatlin en onbekendere parels van revolutionaire, kunstzinnige vernieuwing. Voor het Zwarte Vierkant van Kazimir Malevitch (1878 – 1935) maakten wij uiteraard een foto. Hoewel het schilderij goed bewaakt werd konden wij goed zien dat het zwart te lijden had onder het craquelé. Malevitch volbracht met dit hoogtepunt van schilderkunstige vernieuwing de symbiose tot stand tussen het Russische traditionalisme en de nieuwe kijk op de wereld. Het schilderij is in dubbelopzicht een icoon, want hij plaatste het aanvankelijk heel hoog in de hoek, precies op de plaats waar God vroeger toekeek en zijn zegeningen op ons neer liet dalen.
Ilya Repin
Nogmaals, wij vielen met de neus in de boter, want in de belendende zalen was een groot retrospectieve van Ilya Repin (1844 – 1930). De schilder begon zijn imposante carrière op zijn Bougereau’s (fantasie, nimfen etc.), maar allengs kreeg zijn ongehoorde talent greep op zijn onderwerpen en dat was het blootleggen van de Russische ziel. Hij ontwikkelde zich via historiestukken met cryptische kritiek tot onderwerpen met regelrechte sociale en maatschappelijke aanklachten. In het schilderij Processie in het Gouvernement Koersk volgen de tevreden elite, goedgelovigen en dwazen trots de processie, terwijl de gewone, arme en zieke mensen worden weggeduwd en tegengehouden. De bomen op de heuvels zijn gekapt waardoor de boeren in hun bestaan bedreigd worden.
De Wolgaslepers is een bittere aanklacht tegen de lijfeigenschap en iedere Rus herkent in dit ontroerend, diep getroffen onderwerp de onderdrukking en ontmenselijking van een volk.
Wij stonden uitgebreid stil bij het hilarische schilderij De Zaporozje-Kozakken schrijven de Turkse sultan een brief. Een gedrogeerd zooitje ongeregeld dat de machtigste man van de regio voor lul zet. Iedere kop heeft zeggingskracht van guitig tot bezopen. Niet alleen hun dronken onbeschoftheid en ongepolijste bluf maakt het doek fascinerend, maar door de magistrale en imponerende techniek van Repin bleven niet alleen wij lang hangen voor dit schilderij. Motorclub Wodan op oorlogspad.
Tijdens de revolutie verbleef Repin op zijn landgoed in Finland, waar hij tijdens de bevrijding van zijn land lastiggevallen werd, maar hij weigerde óók, tot verdriet van de communisten, terug te keren naar de USSR. Wij ervoeren een geschiedenis samengevat in een schildersleven.
Na afloop wandelden wij door het gezellige Gorkipark. Wat was daar een leuke sfeer, we werden er opgetogen van. Joggers, ijsjes-etende families, rolschaatsters & scateboarders. Jongelui en oude mensen ontspanden zich. Alles en iedereen door elkaar. In De Garage, ontworpen door Rem Koolhaas en eigendom van Dasja Zjoekova, de echtgenote van Roman Abromovitsj, de rijkste man van Rusland, was een tentoonstellingswisseling. Wel bekeken wij een uur lang de filminstallatie van de Engelse kunstenaar John Alcomfrah (1957) Purple. Een beeldverhaal op vijf schermen, waarin we geconfronteerd werden met de stelling hoe wij ecologisch, maatschappelijk en cultureel op de afgrond afstormden. Op het terras dronken wij een glas wijn. De volgende ochtend vertrok de trein naar het Verre Oosten.
Moskou – het vertrek
In de lobby van het hotel was het nog stil, toen wij ons voor het eerst aansloten bij de groep. Onze reisleidster Maria bleek de trip ook voor het eerst te maken, sprak geen Russisch en ondanks de lichte chaos in de organisatie was dat geen probleem. We kregen ook een eerste indruk van onze reisgenoten. Sommigen hadden onze naam gegoogeld en wisten dat we kunstenaars waren.
In het station golden strenge veiligheidsmaatregelen. Het duurde even tot wij in konden stappen. Omdat de trein onder een overkapping stond en de elektra het nog niet deed moesten wij onze spullen in het donker opbergen. Wij deelden een ruime coupé met twee anderen. De trein vertrok stipt op tijd en omdat Moskou een grote stad is, duurde het even voor wij langzaam de bossen inreden.
Er waren een paar stops, soms van een paar minuten, soms stonden we wel vijfentwintig minuten stil en dan konden wij even uitstappen. De lokalo’s verkochten hapjes en water, maar ook allerlei snuisterijen, zoals schalen, kommen en exotische lampen. In ieder treinstel was een samovaar met heet water aanwezig, zodat je oploskoffie of een cup-a-soup kon maken.
Naar Jekaterinenburg
Onze eerste nacht begon onrustig. Twee dronken kerels veroorzaakten rumoer en zetten de coupé van onze buren op stelten. Ze werden snel naar buiten gewerkt en met de schuifdeur op slot brak er een angstig moment aan. Eerder zakte één van hen al in elkaar en nu was voor iedereen de maat vol! Bij het eerstvolgende station zijn ze de trein uitgegooid.
Ondertussen waren wij in een andere tijdzone aangekomen. Het landschap was wat weidser geworden, licht glooiend en groen. Af en toe een dorp, weggetjes die nergens naartoe leken te gaan, nauwelijks mensen en soms een overweg met een wachtende auto. De uitgestrektheid was enorm.
Boemelde boem, boemelde boem … de trein trok sloom verder … en als we ergens een half uurtje stilstonden konden op het perron de benen gestrekt worden. Lekker even lopen.
‘s Middags bezochten wij de restauratiewagen waar twee mannen, los van elkaar, bij ons in de buurt zaten. De een met een glas bier en bij de ander stond wodka voor zijn neus. De laatste probeerde een praatje aan te knopen, maar we hadden een taalprobleem. Het eten dat hij besteld had liet hij staan en hoewel het absoluut niet druk was liet onze Siciliaanse Pork even op zich wachten. Die was uiteindelijk niet slecht.
In Jekaterinaburg stapten wij over in een busje. Iedereen die het station uit of in wilde werd opnieuw uitgebreid gecontroleerd. De veiligheidsmaatregelen waren enorm. Gelaten Oosterse types werden routineus uit de rij gehaald en hun papieren grondig bestudeerd. Alles heel gemoedelijk, maar toch …
De Kerk op het Bloed
Wij voelden ons meteen thuis in Jekaterinaburg en voor het gemak volgden we de rode lijn die op het trottoir geschilderd was om de bezoekers langs alle hoogtepunten te leiden.
Ons eerste bezoek betrof De Kerk op het Bloed. Die was in 2003 gebouwd in de stijlvastheid van de Russisch-Orthodoxe traditie. Het monument stond precies op de plaats waar de communisten de keizerlijke familie hadden vermoord. De grandeur kwam ons in zuurtjeskleuren tegemoet en de wandschilderingen over de Tsaar en zijn familie verklaarden hen zo goed als heilig. Met alle glinsterende en blinkende attributen stond deze kerk voor de godsdienstige oplossing van wat ooit een persoonlijk drama is geweest. Het waren stuk voor stuk mooie en knappe mensen geweest, familiegeluk. Deze gedachteniskerk maakte het eind van hun bestaan politiek. Met Repin in de hand konden wij de ironie van hun lot en de beladen geschiedenis waar het land al eeuwenlang onder gebukt ging, enigszins bevatten. Snappen deden wij het niet.
Na ons bezoek aan het stadsmuseum volgde een opmerkelijk hoogtepunt. Aan de overkant van het water bevond zich het Boris Yeltsin Memoreal. Een op Amerikaanse leest geschoeid instituut waar de moed van Yeltsin tijdens de putsch geprezen werd. Hij weerstond de contrarevolutie, toen Gorbatsjov op de Krim gegijzeld werd en Boris het verzet aanvoerde tegen de opstandige communisten. Onder het bewind van Yeltsin werd de Russische Federatie zonder pardon gestort in een Neo-Kapitalistisch avontuur, maar om alles in het goed vormgegeven museum te snappen moesten wij eigenlijk eerst op Russische les. In een klassiek ingerichte Russische huiskamer stond een televisie. De uitzending met een serieuze balletvoorstelling werd plotseling afgebroken … gepiep en gekraak volgde … en een radiouitzending die haperde gaven de spanning weer van de democraten in opstand. Wij bestegen de stadsbus waarin Yeltsin zijn volgelingen aanvoerde op weg naar het Kremlin en we liepen langs de zorgvuldig nagebouwde barricades met foto’s en films. Via zijn één op één nagebouwde kantoor van het Kremlin verlieten wij geroerd het gebouw. Het was indrukwekkend geweest.
Van Jekaterinenburg naar Irkutsk
De reis leek steeds korter te duren, want opnieuw moesten wij ons horloge een uur vooruit zetten, dus dat schoot lekker op. De werkelijkheid was anders. Een dag lang veranderde het landschap nauwelijks. Vooral moerrassen met berkenbomen trokken aan ons voorbij. De grond was zo vochtig dat de wortels van de bomen vergingen aan rot en schimmel zodat ze er vaak als gebroken luciferhoutjes bijhingen. De bomen konden dit klimaat blijkbaar goed hebben, maar teveel was weer rampzalig. Eindeloze loofbossen … dengdeng … deng … dengdeng … deng …
In iedere wagon was een provodnik verantwoordelijk voor het reilen en zeilen aan boord. Er werd gestofzuigd, de samovaar op temperatuur gehouden, de toiletruimte zo goed als het ging schoongehouden en meer.
De Provodnitsa (проводница) van onze вагон 8 – wagon 8 – heette Lisa. Ze studeerde rechten in de plaats van onze bestemming, Irkoetsk. De tegenstelling tot de vorige medewerkster was groot, want Lisa was open en zocht met plezier contact. De reis was haar eerste stagereis en daarom sprak zij graag Frans of Engels met ons.
Halverwege de dag stopte de trein langdurig, reden om op het perron uitgebreid met onze medereizigers een kletspraatje te maken. Het was druk op het spoor, want er zouden treinstellen verwisseld worden. Een vrouwelijke beambte stapte luidkeels roepend langs de sliert wagons, waarop alle provodniks de trappetjes ophaalden. Plotseling paniek natuurlijk.
’De trein gaat toch niet weg?’, riepen wij, want nu werd het Russisch opeens een geheimtaal met codeberichten.
‘No, no,’ zei Lisa, ‘don’t come in … (… iets in het Russisch) … not in train … we not leave without you … Stay on platform’.
De Russische reizigers wisten wat er gaande was en rookten onverstoorbaar hun sigaret of keken in groepjes toe. In de verte was van alles gaande met een vrachttrein die onze wagens vastkoppelde. Als een aanspringende fontein kwam na een tijdje de harmonica van botsende treinstellen proestend tot stilstand. Lisa draaide daarna het trapje naar beneden. Wie wilde mocht instappen. Ze sloot de deur, langzaam maakte de trein snelheid en voort ging de reis. Op naar Siberië … dengedeng … deng … dengedeng … deng …
Irkoetsk
Iedereen werd vroeg wakker. Alle spullen waren gepakt, maar toch bleef het een logistiek gedoe om onze coupé op orde te krijgen … zitten, staan, pakken, beddengoed naar de provodnik … etc., etc.
Om 6.22 uur reed de trein het station van Irkoetsk binnen. Toen wij naar buiten keken zag de stad er exotisch maar regenachtig uit.
’Eerst douchen!’, riep iedereen.
Na het ontbijt vielen we op de hotelkamer even kort in slaap, vanwege de warme douche en onze benen die door het geschommel van de вагон nog na-wiebelden.
Ons hotel bevond zich in het centrum van de stad, vlak bij de markt waar de bussen af en aan reden. Op goed geluk liepen wij de straatjes in. Aan een pleintje verderop klonk breakdancemuziek. Een dj, omringd door leeftijdgenoten, draaide in een soort marktkraam en jongens op fietsjes haalden in een half-pipe gewaagde capriolen uit. Over de kop, achteruit over de kop, opnieuw over de kop, achteruit naar voren en plotseling stilstaan.
Een van de jongens vroegen wij naar het Sukachevmuseum. Met een paar woorden helder Engels wees hij naar rechts en naar de Karl Marxstraat, de Leninstraat en de Gorkistraat. Dan vonden wij daar het museum.
Met alle egards werden wij door een ontvangstcomité van drie personen welkom geheten. Mevrouw één verkocht ons het kaartje, dat werd door mevrouw twee genoteerd en toen wij verder wilden lopen moest mevrouw drie het biljet opnieuw controleren. Kluitjes-controle. Verder waren de dames bijzonder vriendelijk en welkomend.
De naamgever van het museum stamde van een adellijke familie en had de verzameling aangelegd. Zalen, vitrines, kasten. Houten lambriseringen en zware gordijnen. De stappen van de zaalwacht echoden in de verder lege zalen. Wij zagen oude iconen en portretten van Chinese keizers, negentiende-eeuwse landschappen van koude steppes en lege vlaktes, schilderijen over de communistische revolutie, parafernalia over de dichter Poesjkin en typisch Siberische spullen die ons niet zoveel zeiden.
Vers geschilderde kerk
Wij liepen daarna de orthodoxe Kharlampiyevskaya Mikhaylo-Arkhangel’skaya Tserkov’-kerk binnen, die nog naar verse verf rook. Het rook er ook naar hernieuwde macht en propaganda. De wandschilderingen bevatten veel goud en blingbling … Zo moesten de taferelen er bij ons vroeger in de 12e, 13e,14e en 15e ook uitgezien hebben, dachten wij rondkijkend. Het was er helder, fris en kleurrijk. Zo maak je mensen vrolijk.
Een restaurant voor de lunch vonden wij niet, maar in een flappenzaakje aan de rivier bleven wij hangen. In de zaak was een Siberische familie aan het werk – uiterst vriendelijk – en bij het betalen wilde de eigenaar heel precies afrekenen …want … nee! … niks laat maar zitten … no, no, no, … anders zou het een belediging zijn … Mooi. Wat waren wij zó ver weg van huis! … Wij keken uit over het brede water van de rivier en mijmerden over onze reis. Zo ver weg waren wij.
De hervonden groene lijn voerde ons verder door de stad en langs de karakteristieke oude, houten huizen. In al die jaren waren ze gelooid door hitte en kou. Eén huis van een rijke industrieel was versierd met een Davidsster. In een soort cultureel centrum bij de entree hetzelfde ritueel als in het Sukachevmuseum. Het pand was ingericht ter ere van een beroemde Irkoetske schilder. Hij moest een gewaardeerd partijlid geweest zijn, want op foto’s stond hij krom van de communistische eretekenen. Zijn laatste grote doek uit 1989 had hij niet af gekregen, maar het liet toch zijn kritiek op het voormalige regiem zien. De voorstelling bevatte een landschap met een grijze schutting waar prenten en plakkaten op geschilderd waren van gestorven of vermoordde tijdgenoten. De gelauwerde kunstenaar kon op het eind van zijn leven nog net zijn gram en kritiek kwijt. Een schrijnende en onverwerkte geschiedenis op een onaf doek.
Onze gids Tatjana
De volgende dag maakten wij kennis met onze gids Tatjana. Gedurende de dag vertelde zij stukje bij beetje over haar eigen leven. Zij had een dochtertje van anderhalf jaar en kwam uit de oblast van Irkoetsk. Sinds een jaar was zij gescheiden, want haar man kon de drank en het gokken niet laten. Na twee jaar liet hij de schone schijn varen en voor haar was dat het sein om hem snel te verlaten. Deze beslissing was het begin van een nieuw leven, zonder de vader van haar kind. Sindsdien probeerde zij als gids in haar onderhoud te voorzien. Het leven was niet eenvoudig. Zij wilde met een nieuwe website een bedrijfje voor gidsen opzetten en jonge gidsen opleiden. Tatjana bleef de hele dag bij ons en vertelde veel over de streek en de stammen die in Siberië woonden. Zij hingen allen het sjamanistische geloof aan. In het dorp waar ze vandaan kwam ook. Haar ouders waren boeren en hadden 37 koeien, wat kippen en varkens. Ze vertelde nadrukkelijk dat de Siberiërs hier al vanaf de oertijd woonden en dat de Russen pas veel later kwamen.
Naar het Bajkalmeer
Het was druilerig, nat en grijs, toen wij onder leiding van Tatjana met de bus naar het Bajkalmeer vertrokken. In een openluchtmuseum herkenden wij de houten huizen uit de oude binnenstad van Irkoetsk, alleen stonden ze hier in een mooi, klassiek aangelegd, Siberisch park. Eén gedeelte was nagebouwd en één gedeelte bestond uit oude, originele gebouwtjes die net als de kerkjes gerestaureerd waren. In één zo’n kerkje zongen vier in klederdracht gestoken zangers Russische liederen. Prachtig was dat en passend. In het administratiekantoor zette een suppoost, duidelijk met ervaring ons geroutineerd, voor een foto precies in het midden tussen twee poppen in klederdracht. Krakende vloer.
Om het Bajkalmeer van een afstand goed te kunnen bekijken gingen wij met een kabelbaan naar boven. Chinezen zongen onbezorgd en uitgelaten liedjes en van de weeromstuit begonnen de Russen in tegengestelde richting ook liederen te zingen om te demonstreren dat niet zij, maar de Chinezen op bezoek waren.
Boven aangekomen waren de leuningen langs de trappen geheel met gekleurde linten omwikkeld. Het deed ons aan Japan denken, maar Tatjana vertelde dat die kleuren sjamanistisch van oorsprong waren en dat de boeddhisten deze traditie hadden overgenomen.
In de verte zou een rotspunt aan het water te zien zijn, maar die was nauwelijks te ontwaren vanwege de mistvorming. Het water was koud en de zon verwarmde de aarde, waardoor er meestal een nevel hing. Door de altijd aanwezige en geheimzinnige mist had de plaats betekenis door een oude sage en de mythes die eraan verbonden waren. Wij daalden af naar het drukbezochte dorpje aan het water. Ook hier waren veel luidruchtige Chinezen, die een tikkeltje arrogant plaatsen bezet hielden zodat anderen nergens bij konden. Wij maakten een tochtje over het heldere water. Aan de waterkant een moeder met twee kinderen. Het jongetje van een jaar of 10 speelde met zijn zusje. Hij had een soldatenpakje aan en droeg een zelf uitgezaagd, houten geweertje op zijn rug.
Afscheid
Door het lezen over de moord op Anna Politkovskaja was het voor ons niet altijd goed mogelijk om alles objectief in ons op te nemen. De Russische Federatie was een corrupt land en het werd voornamelijk bestuurd door roofkapitalisten en maffiaclans. Als je de verwaarlozing van de openbare ruimte zag, vroeg je je af waar al het geld gebleven was en als een grote Lexus voorbij reed en dat waren er nogal wat, dacht je … corruptie … Op de stations zagen wij gewone soldaten onbeschoft behandeld en vernederd worden door hun oversten. Niet één keer, maar uit gewoonte, altijd. De ongelijkheid was goed zichtbaar en het verschil tussen arm en rijk soms even wennen. De gewone mensen die wij tegen kwamen op onze reis waren vriendelijk, behulpzaam-geduldig en vooral aardig … Tot de volgende keer en dank jullie wel – до следующего раза и спасибо.
Opnieuw sukkelde de trein voort en wij zagen het landschap langzaam veranderen van de bosmoerassen in droge woestijnvelden afgewisseld door de kale, grote grasvlakten van de steppen. Landen worden meestal gevormd door geologische omstandigheden en aan de zanderige, stoffige grond merkten wij dat we Mongolië naderden.