Verdeeld over de muren van de galerie, precies zoals ze dat waren over de wanden van het atelier, volgens de zelfde ordening, die tegelijkertijd nauwkeurig, open en beschouwend is, lijken kunstwerken van verschillende vormen, materialen, behandelingswijzen en voorstellingen de vage ordening op te roepen van een gebied dat nog vager zou zijn.
En temidden van die objecten, die noch helemaal schilderkunst, noch helemaal beeldhouwkunst zijn en evenmin volkomen natuur of volkomen cultuur, temidden van dit alles speelt alles zich af en is alles met alles verbonden. Hier komt men de wereld van het ‘halflandelijke’ binnen. Er is een Nederlands woord — ik ben niet bij machte het weer te geven — dat Ronald Ruseler vaak gebruikt, dat hij zelfs als titel heeft meegegeven aan sommige van zijn werken en dat volgens zijn eigen vertaling in het Frans betekent: ‘la campagne qui n’est pas encore la campagne’.
Onduidelijke uitgestrektheden. Een soort landen in wording, verkerend in een tussenfase, of bijna—landen, ‘schier’-landen zoals je zegt ‘schiereilanden’. Gebieden die voor de natuurlijke wereld zijn wat het voorgeborchte en het vagevuur zijn voor de bovennatuurlijke wereld.
Even buiten zijn atelier in IJmuiden begint dit soort gebieden. We hebben gelopen in de wind, in het zand en in het onbestemde. Een wereld zo onbestemd, dat we er een ogenblik hebben gezien, hoe door een lange schuchtere regenboog licht en onweer, hoogovens en duinen, land en werkplaats, de plaats en haar verleden met elkaar werden verenigd. Gebieden zonder een duidelijke bestemming, zich ver uitstrekkend tussen de opwellingen van het gemoed en de opwellende golven van de grijsgroene zee. Wazige ruimten, ongestadig, onzeker, duinen met bunkers als gezwellen, bezaaid met onduidelijke voorwerpen.
De ruimte is hier zo onuitsprekelijk vaag dat zij op de tijd begint te lijken. Voor Ronald Ruseler zijn deze plaatsen het wezen van zijn herinnering. Zijn werken zijn het schrift van deze herinnering, her dagboek van die eindeloze reis door wat hij noemt ‘de mythische afstand’, te weten de hele ruimte die zich uitsteekt tussen het verleden en het heden van een plaats.
Er zijn handelsreizigers die van stad tot stad reizen met hun koffertjes vol monsters. Ronald Ruseler heeft zulke koffertjes gemaakt, waarin alles zorgvuldig gerangschikt is. Ze kunnen dagen van de week bevatten, maanden van het jaar, windrichtingen, de vier elementen, de zee in de zee, heilige plaatsen, gezichtseinders die soms zelfs niet meer te zien zijn. Ronald Ruseler is vertegenwoordiger in gezichtseinders. Maar help hem niet uit de droom, als hij zegt dat hij kunstenaar is. In wezen is dat hetzelfde.