Mijn vader is opgegroeid in de Abbenbroeksestraat te Schiedam, die lag in De Gorzen, een volksbuurt uit het begin van de twintigste eeuw. In de Gorzen woonden voornamelijk arbeiders van de Schiedamse scheepswerven Wilton Fijenoord, de Nieuwe Waterweg en Gusto.
Leren
‘Waarom ging het niet op de Lagere School?’, vroeg ik mijn moeder over mijn vader.
‘Waarschijnlijk had hij een vorm van dyslectie’, antwoordde zij, ‘Ach dat bestond vroeger toch allemaal niet! Als het niet lukte dan lukte het niet. Ik moest de brieven van je vader en de teksten die hij schreef altijd nakijken, want hij maakte fouten, die hij niet zag’.
Zelf zei hij daarover:
‘Ik kon op de Lagere School niet meekomen. Eigenlijk had ik nog een jaartje op de kleuterschool moeten blijven. Ik was ongunstig jarig, 1 augustus en midden in de vakantie. Het ging niet, want ik snapte er niets van. Daarom deed ik een jaar over. Tot ik later een meester kreeg die alles heel goed uitlegde… Er ging plotseling een wereld voor mij open. Ik had nooit zinsontleding gehad. Ze dachten toen …. Oh die jongens uit de Gorzen …. Die hoeven dat toch niet te weten.
De kar en de Amerikaan
Chris mocht met vriendjes ’s middags wel eens meehelpen bij een kar. Dan ging hij mee naar Rotterdam en daarna liep hij het hele stuk terug naar Schiedam.
‘We hadden een prachtmiddag. Dan sprongen we achter op de kar en mocht je meerijden onder het zeil.
Op het bedrijf zagen we de baas in zo’n mooie glimmende Amerikaan. Daar zat altijd een mooie vrouw in. Als kleine jongen konden we op een richel staan en het kantoor in gluren en daar werkte een verleidelijke secretaresse … en wij maar kijken … als ze ons zagen joegen ze ons weg … wij rennen! … prachtig was dat!’.
Kuifje
Als jongetje moest mijn vader voor een dubbeltje naar de kapper:
‘Dan zat ik te wachten en te wachten, want die ging voor en die man moest eerst geschoren en geknipt worden … ik maar wachten, totdat ik mocht. En dan stond ik na 5 minuten weer buiten met een bloempotmodel. Alles was kaal op een kuifje van voren na. En ik had van dat prachtige krullende haar’
‘Zonde’, zegt mijn moeder.
1931 Crisis.
Het voedsel op het land werd doorgedraaid & bespoten zodat het oneetbaar werd. En dat alles terwijl er zoveel armoede en honger was door de crisis. Chris ging met zijn vader op de fiets naar de boer en dan kochten ze voor een paar centen heerlijke meloenen. Die stopten ze in de fietstassen en reden zo volgeladen terug naar Schiedam.
Een reisje naar Spa en de Blauwe Tram
Als kleine jongen is mijn vader met zijn moeder en tante Cor een dag in Dunant en Spa (België) is geweest met een bus vanuit Rotterdam.
Twee weken eerder hadden zij ook al in Rotterdam klaargestaan met tassen vol broodjes en drinken, maar dat bleek een misverstand. De reis was pas twee weken later. In Dunant en Spa hebben ze uren rondgelopen. ’s Avonds laat waren ze weer terug en dat was hun vakantie.

Mijn grootvader Court heeft tijdens de crisis altijd werk gehad. Daardoor kon de familie er in de vakantietijd daagjes op uit. Zo waren zij ook een keer een dag met de trein in Zandvoort geweest. Vervolgens gingen ze met de Blauwe Tram die dag ook nog via Amsterdam naar Volendam. In Amsterdam moest je met een bootje over en met een bus ging het verder naar Volendam. Heel laat waren zij die dag weer terug in Schiedam.