Koen Ebeling Koning

‘Birds’ – 2019 150 cm x 180 cm, olieverf op linnen

Het beeld is aan zet.
over de schilderijen van Koen Ebeling Koning

De lucht is bruingrijzig, aangelengd met een beetje violet. Het is niet donker op het schilderij, omdat de bergen, eerder heuvels, op de achtergrond oplichten in geel en het bijna niet-geschilderde wit van het doek. Een man in een vlet met buitenboordmotor is zojuist het beeld ingevaren en verbreekt de stilte. Drie meeuwen hangen boven het bootje, precies zoals meeuwen in de lucht kunnen meedansen op de wind als je aan de reling van een schip staat. Tenminste zo lijkt het even, want voor hetzelfde geld krijsen meeuwen weerzinwekkend als hun territorium wordt bedreigd. Wie zal het zeggen? De gebeurtenis in de voorstelling is door Koen Ebeling Koning (Deventer, 1968) even tot staan gebracht. Hij geeft ons daarmee de kans de schoonheid van het moment tot ons door te laten dringen.  

In het tweede schilderij van een karaf met kleurige bloemen en ranke stelen gebeurt min of meer hetzelfde. De glazen vaas lijkt op een licht, roze-achtig tafelblad te staan. Links- en rechtsonder komen, wat onlogisch, vier handen op het tafelblad in beeld. Er is de suggestie van een achtergrond, maar die heeft een ongelijke kleurstelling, waardoor het schilderij zowel plat als ruimtelijk wordt. Door de ongerijmdheden in de compositie blijft de voorstelling je aandacht trekken. 

Chrysanten, roeiers
Het gebeurt niet zo snel dat kunst je meteen raakt en het onvoorziene de balans doorbreekt, zoals bij deze schilderijen. In het gedicht Chrysanten, roeiers van Hans Faverey komt een pakkende sfeerkanteling voor. De dichter blijft eerst vlakbij de dingen in zijn omgeving, dwaalt met zijn blik door een kamer, tast met dichterlijke woorden voorwerpen af en ziet op het eind door het raam acht roeiers naderbij komen en gaandeweg geluidloos opgaan in het landschap. Het zijn ontroerend beschreven momenten, die hun kracht ontlenen aan een plots afgebroken intieme gebeurtenis die de lezer even van zijn stuk brengt. In het werk van Ebeling Koning ben je als kijker eveneens aanwezig in een traag, verschuivende werkelijkheid. 

Schijnbaar alledaagse gebeurtenissen
Je hoeft als kunstenaar geen mens van veel woorden te zijn. Voor Koen Ebeling Koning zijn de observaties die dagelijks zijn aandacht trekken de voedingsbodem voor zijn werk. Hij is van meet af aan een kijker gebleven en met zijn intuïtie, in combinatie met een redelijk poëtische inslag, schildert hij schijnbaar alledaagse gebeurtenissen. 
‘Mijn schilderijen mogen niet verhalend zijn en ze mogen ook geen realisme worden.’, legt de schilder uit als zijn recente schilderijen ter sprake komen: ’Gek genoeg ben ik vrij analytisch over mijn schilderkunst. De ene keer zet ik onderdelen in de compositie vast en op een ander moment laat ik partijen open, net zo lang tot er een spanningsveld in de vlakverdeling ontstaat. In mijn optiek zijn mijn schilderijen vriendelijk, makkelijk en vooral niet suggestief, want dan wordt het vertellend en dat sta ik niet toe.’ 

‘Third flowerpainting’ – 2019 150 cm x 120 cm, olieverf op linnen

Zoekend schilderen 
De aanleiding voor zijn onderwerpen ligt in zijn eigen belevingswereld en die vertaalt hij naar een geloofwaardige voorstelling. ‘Als ik terugkijk ben ik altijd heel dicht bij de onderwerpen gebleven waar ik vroeger, voor mijn academietijd, ook al tekeningen over maakte. In die zin ben ik nooit een onderzoekende kunstenaar geweest met grote veranderingen in mijn onderwerpen of met schilderijen die er ineens heel anders uitzagen. Eigenlijk ben ik blijven voortborduren op hetzelfde gegeven. Ik maak nog steeds kleine tekeningetjes van voorvallen en herinneringen. Uit die voorraad waarnemingen, ervaringen en fantasieën maak ik een keuze. Daarop volgt het zoekend schilderen, want voorwaarde blijft dat het schilderij voor mij in alle onderdelen moet kloppen’.

Geen Hollandse kleuren
‘Natuurlijk kijk ik ook naar het werk van andere kunstenaars, maar hun beeldtaal heeft voor mij weinig betekenis, want de beleving van een kunstenaar, zoals ik, kan zich alleen openbaren in het persoonlijke schrift. Zo heb ik nooit de behoefte gehad om onderdelen in mijn werk zwaar en emotioneel aan te zetten of het één boven het andere te verheffen. Virtuositeit daar heb ik niets mee. Dat is misschien wel het meest typerende. Mijn kleuren bijvoorbeeld zijn geen Hollandse kleuren, maar gedempte warme kleuren met een gematigd karakter. Ze mogen alleen niet voorspelbaar zijn, daarom zit ik eindeloos te zoeken en te mengen tot het naar mijn zin is. Alles dat ik schilder moet ik kunnen verantwoorden. Zo precies luistert het’. 

Die ene subtiele wending 
Tegelijkertijd is de absolute controle over het doek en de volledige beheersing van het werkproces dat er mee gepaard gaat van wezenlijk belang. Niet vreemd dat ondanks het altijd harde werken er soms tijden heen gaan voor hij echt tevreden is over het resultaat. 
Toch zijn de schilderijen er gekomen: Vier mannen in een rij voor een loket, de kunstenaar die vliegend – lijkt het – een vogel op het doek zet, een man alleen in een motorboot met drie meeuwen, een bloemenvaas met vier handen op een tafel. Bijzonder en geladen zijn deze werken geworden.
Als ik straks een hand zie/ voor ogen, help ik mij hopen/ dat het een eigen hand is,/ of dat het een hand is/ die bij mij wil horen.’, dichtte Faverey in Chrysanten, roeiers. 
Het zijn soms subtiele wendingen die het wonder mooi en onherroepelijk maken. Van die veelbetekenende momenten getuigt de schilderkunst van Koen Ebeling Koning.

Ronald Ruseler, december 2019

geschreven voor Palet Magazine febr/mrt 2020.

Geraadpleegde bronnen:
– Atelierbezoek Koen Ebeling Koning, 2 december 2019.
– Hans Faverij – Verzamelde Gedichten, 1993
– Op de huid bekeken, SBK Kunsthal De Remise, 2001
 

‘A row’ – 2018 165 x 210 cm, olieverf op linnen