Pieternella Ruseler – Scheffer | Nel
Schiedam 30 januari 1926 – Dordrecht 7 november 2023
Inleiding:
De bruidsfoto van mijn ouders stond vroeger in een glazen lijstje op het dressoir. Op die foto staan twee jonge mensen. Mijn vader in gekleed pak en mijn moeder staat gearmd naast hem in een mooi, donkerblauw mantelpakje. De keuze voor een mantelpakje i.p.v. een witte bruidsjurk was voor mijn moeder geen statement, maar karakteriseert wel wie zij was en altijd gebleven is; een vrouw met een praktische en realistische levensinstelling. Een witte bruidsjurk had je maar één keer in je leven aan en het mantelpakje kon nog wel een tijdje mee.
Mijn moeder had een nuchter karakter, maar wie haar goed leerde kennen vond achter haar voorzichtig ‘de kat uit de boom kijken’ een lieve vrouw en moeder, die betrokkenheid toonde, ruimte gaf en die een maatschappelijke instelling had. De lat van de verantwoordelijkheid lag hoog: Voor zichzelf, maar ook voor haar gezin. Haar huwelijk was voor haar een onvoorwaardelijk bastion.
De jeugd van mijn moeder
De jeugd van mijn moeder speelde zich af in Schiedam. Over het kleine gezin aan het Fabriplein sprak zij met warmte en met Opoe, die bij hen inwoonde, had zij als meisje een speciale band.
De ouders van mijn moeder, Jan en Gosina, waren voor hun tijd vooruitstrevend, omdat zij hun kinderen hebben laten leren na de Lagere School. Nel mocht naar de MULO onder het motto dat wanneer Niek en Adri mochten leren ‘die meid’ daar ook het recht op had. Die houding werd mede ingegeven door het streven van een arbeidersgeneratie om een leven van werkeloosheid en armoede te ontstijgen.
Nel leerde ijverig en vooral de exacte vakken lagen haar goed. Het stak haar tot op hoge leeftijd, dat toen zij in 1943 haar laatste examen Algebra deed het luchtalarm afging.
‘Er was plotseling luchtalarm,’ kon ze verontwaardigd roepen.,’ toen was ik helemaal van slag. We mochten de ruimte ook niet verlaten … Je mocht niet weg … En toen het alarm weer over was ging het niet meer’.
Het vak waar zij altijd een goed cijfer voor haalde sloot zij af met een rottig vijfje. Ze werd er nog boos van als zij eraan terugdacht.
Mijn moeder heeft haar hele leven graag geleerd en graag gewerkt. Tijdens de hongerwinter ging ze na het behalen van haar diploma aan de slag op de boekhoudafdeling van de chocoladefabriek Jamin te Rotterdam. Ze raakte daar als jonge vrouw betrokken bij de distributie van de voedseldroppings tijdens de hongerwinter. De Bezetter noemde zij vol afschuw ‘Naarlingen’.
Omdat nergens vervoer was liep ze ieder dag naar Jamin, ondanks de ellende, de honger en de kou. Had je geluk dan reed je mee op een kar. De laatste oorlogsmaanden hoefde zij maar eens per maand op haar werk te verschijnen, omdat lopen ook niet meer ging. Bovendien waren haar schoenen tot op de draad versleten.
Over die versleten schoenen bestaat een anekdote, die mijn moeder graag vertelde.
Haar vader Jan werkte in die tijd als klusjesman en suppoost in het Stedelijk Museum van Schiedam en hij zou met zijn, soms ondeugende handigheid, voor Nel wel wat regelen.
‘Wacht maar’, zei hij, ‘Ik vind wel wat’.
De nieuwe winterschoenen bleken stevige soldatenkistjes van de Schutters uit één van de opstellingen in het museum. Op die kistjes heeft zij de rest van de oorlog gelopen en toen er via de distributie weer schoenen beschikbaar waren gingen de museumstukken weer braaf de vitrinekast in.
Van Schiedam naar Haarlem
Omdat mijn vader in Haarlem op de werkplaats van de Spoorwegen werkte werd er verhuisd en betrok het stel een zolderetage. Daar werd ik geboren. In Haarlem-Noord kwam 4 jaar later Jolande ter wereld. Onze verdere jeugd brachten wij in de Patrimoniumstraat door. Dat was in een gereformeerd buurtje waar tijdens de verkiezingen trots een van de weinige affiches van de PVDA voor de ramen hing.
Als kinderen hebben wij nooit gemerkt dat de eindjes soms moeilijk aan elkaar geknoopt werden en de echte grotemensenproblemen werden tijdens de afwas in de keuken besproken. Wij hadden daarentegen een zorgeloos leven met veel spelletjes, uitjes op de fiets, sportief kamperen met familie en vrienden, vol leuke kinderdingen waarbij iedereen welkom was. Bovenal hield mijn moeder haar leven lang van gezelligheid in familieverband.
Op eigen wijze geëmancipeerd
Zoals gezegd was mijn moeder praktisch, betrokken en maatschappelijk. Het woord geëmancipeerd bestond bij ons thuis niet echt, maar geëmancipeerd op haar manier was mijn moeder wel. Ze deed tijdens onze schooltijd allerlei cursussen. Leerde Frans in een damesclubje van de COOP en haalde haar Lagere Acte Nuttige Handwerken. (Het plaatje op de achterkant van de kaart getuigd daar nog van)
Lesgeven wilde ze wel, maar toentertijd kwam je zonder ‘kruiwagen’ moeilijk het onderwijs in, dus dat ging niet door.
Ik kan mij nog het moment herinneren dat ze tijdens het avondeten vertelde dat zij een baantje had gevonden op de afdeling boekhouden bij ons in de buurt en weer bij een chocoladefabriek – De Union. Halve dagen, zodat de kinderen er niets van zouden merken. Het zal vast doorgesproken zijn, maar op dat moment was iedereen verbaasd natuurlijk. Werkende vrouwen waren zeldzaam.
Met dat extra geld werd onze studie betaald, dus ook op dat vlak kenden Jolande en ik geen zorgen. Toen wij klaar waren met de studie stopte ze met haar baan en doordat mijn vader een mooie functie kreeg op het hoofdkantoor in Utrecht verhuisden zij naar Woerden. Een mooie en gelukkige periode brak aan, want in Haarlem had mijn moeder zich nooit echt thuis gevoeld. In haar ogen waren Haarlemmers stijve harken.
Woerden
In Woerden werden nieuwe vriendschappen aangeknoopt en er werd weer fanatiek gesport op een gezellige tennisclub. Voor het Rode Kruis heeft zij toch haar Handwerkhobby weer ter hand genomen en daarmee deed zij meer dan 20 jaar vrijwilligerswerk. Mijn ouders bleven een hecht team en mijn moeder noemde mijn vader haar ‘maatje’.
Nu zouden wij mijn vader dyslectisch noemen en daarom werd hij altijd door haar gesteund en geholpen als het nodig was. Vroeger tijdens het behalen van zijn HTS-diploma en ook later. Dat deed zij eveneens toen het met mijn vader niet zo lekker meer ging.
‘Ik heb het altijd graag voor hem gedaan’, zei ze als ze over hem sprak na zijn overlijden.
Nu is onze moeder gestorven. Ze is 97 jaar geworden en zij heeft alle leeftijdsrecords van haar familie gebroken. Daar was zij enorm trots op. Als mensen haar vroegen hoe je zo oud kunt worden stak ze haar vingers in de lucht en riep:
‘Gezond leven door veel te sporten, niet te roken en niet te drinken’
‘En doorgaan met ademhalen, Mam’
Dan volgde een lachje: ‘Ja dat ook, doorgaan met ademhalen’
Haar geest is tot het laatste moment haarscherp gebleven, met een ijzersterk geheugen, waarmee ze menigeen nog van dienst is geweest.
Morgenrood
De afgelopen maanden kon het lichaam haar geest niet meer bijhouden. In het ziekenhuis liet zij alle decorum achterwege en kreeg ze, dat vond ik tenminste, een geestig kuifje op haar hoofd.
Tot verbazing van de artsen krabbelde ze weer op en als je op bezoek kwam zag je haar op zaal meisjesachtig scharrelen. Als ik van een afstandje toekeek stelde ik mij voor dat ze weer even het meisje was, zoals zij ook in haar jeugd geweest moet zijn. Met ieder bezoek was ze blij en gelukkig, maar bij het afscheid kon ze zelden nalaten te vragen: ‘denk je nog aan dit en vergeet je dat niet? En die spulletjes liggen daar en daar. Neem die maar mee de volgende keer’.
Het verblijf in het ziekenhuis blokkeerde tot onze wanhoop een nieuwe toekomst in een verzorgingshuis. Jolande opteerde voor een plek in Dordrecht, vlak bij de familie. Nadat de hoop bijna was opgegeven lukte het haar als door een wonder toch nog. De afgelopen tijd hebben Jolande, Marco en hun kinderen, de verhuizing met algehele inzet tiptop voor elkaar gekregen. Een krachttoer die Margreet en ik, slechts op afstand konden volgen, omdat wij net door Centraal Azië reisden.
Mijn moeder heeft een paar weken in haar nieuwe huisje mogen wonen. Totdat haar hoge leeftijd ook een ziekte werd.
Het is jammer dat zij deze woorden niet meer kan horen, maar ik denk wel dat zij dit afscheid, zoals het nu gaat, verwachten zou.
Vertegenwoordigde mijn vader de Gotiek in huis, dan was zij de Mondriaan. Voor haar geen toeters en bellen. Alles zo simpel mogelijk. Straks wil zij graag het strijdlied Morgenrood laten horen. Ik vind dat mijn moeder tot grote hoogte geslaagd is in het leven. Koersgericht heeft zij haar missie volbracht.
Haarlem, 15 november 2023