Arnold Aarts
HAARLEM
Hoogstens een jaartje of tien zou het goed zichtbaar blijven op de buitenmuur van de gymzaal aan het Doelenplein. Daarna zou de tand des tijds langzaam maar zeker de schildering opvreten. Niets is minder waar: het kunstwerk dat in 1985 op verzoek van Amnesty International in de Haarlemse binnenstad verscheen, knalt de passant nog steeds tegemoet.
Wat wel verdween door een overijverige gemeenteschilder, waren de letters en het jaartal die duiding gaven aan het kunstwerk. Zaterdagmiddag kwamen ze op initiatief van buurtbewoner Inge Crul terug. Dezelfde kunstenaars die destijds met de verfkwast in hun hand stonden – Ronald Ruseler, Erik Prins en Jan Willem Post – kweten zich van de taak. Ook is een paneel aangebracht, waarop uitleg staat over de betekenis van het werk.
Destijds was nog een vierde persoon verantwoordelijk voor de schildering. Gaby, een Chileense jongen die als 15-jarige onder het bewind van generaal Pinochet gevangen was gezet. Hij maakte deel uit van de Brigada Ramona Parra, een groep die met geëngageerde muurschilderingen probeerde de publieke opinie te beïnvloeden en het regime te bekritiseren.
Met hulp van Amnesty lukte het Gaby naar Europa te vluchten. Hij kwam in Nederland terecht en werd voor het kunstproject gekoppeld aan Ruseler, die zijn kameraden Prins en Post erbij betrok. De achternaam van Gaby mocht vanwege zijn veiligheid en die van zijn familie niet bekend worden. Binnen een week was het kwartet klaar met schilderen. „We hebben allemaal een eigen stijl, maar het paste als een puzzel in elkaar”, zegt Ruseler.
Overbodig
Zanger Robert Long werd 37 jaar geleden gevraagd voor de opening. Hij sprak de hoop uit dat de schildering snel overbodig zou zijn, dat dictaturen zouden verdwijnen. Tevergeefs, constateert Ruseler vlak voordat hij de keukentrap op gaat om te kwasten. „Ik ben een rasoptimist, maar het ziet er niet naar uit dat de democratische filosofie wereldwijd wordt omarmd. Er worden nog altijd journalisten vermoord en kunstenaars opgepakt. Het belang van Amnesty is alleen maar groter geworden.”
De plek van Gaby wordt vandaag ingenomen door Piet Zwaanswijk, die in de fietsenstalling bij de muur de mannen van toen heeft geschilderd. We zien daarop Ruseler druk overleggen met de drie anderen. Ze kozen ervoor een werk vol symboliek te maken. Ruseler: „Met een doodlopende weg en een hand voor de mond die staat voor het gesmoorde woord. Gaby maakte iets dat de storm in zijn hoofd moest uitbeelden.”
Opsporen
Ruseler was drie jaar geleden nog in Chili. Hij is druk gaan googelen om Gaby op te sporen. Het is niet gelukt. „Hij heet Duarte van zijn achternaam, maar dat is daar net zo’n veel voorkomende naam als hier De Vries of Jansen. We zijn Gaby helemaal uit het oog verloren.”
Ruseler vindt het eervol dat het kunstwerk weer in de belangstelling staat. Hij is nog steeds verbaasd over de goede kwaliteit van de Lascaux-acrylverf, die destijds werd geschonken door schilderswinkel Artel. „Je ziet alleen craquelé in de schildering verschijnen. Maar dat zie je na al die jaren ook in onze gezichten. Dat is wat tijd doet.”